Nederland ís helemaal niet calvinistisch    (Gerrit Jan Kleinjan 14:34, 20 oktober 2017)


Nederland is veel minder beïnvloed door Calvijn dan we vaak denken, zegt reformatiekenner Mirjam van Veen. 'Al snel was er geen kip meer die Calvijn vertaalde'.


Dit verhaal had moeten gaan over 'calvinistisch Nederland'. Maar Mirjam van Veen zegt het maar meteen aan het begin van het gesprek: "Nederland ís helemaal niet calvinistisch. Een misverstand, écht een misverstand." In haar kamer aan de Amsterdamse Vrije Universiteit legt ze uit wat ze maar al te vaak moet vertellen: Nederland heeft véél minder met Calvijn van doen dan vaak wordt gedacht.


Van Veen is hoogleraar kerkgeschiedenis en een groot kenner van de invloed die de reformatie had op de Nederlandse cultuur. Haar ontnuchterende boodschap staat in schril contrast met de populaire opvatting dat Calvijn net zo onlosmakelijk bij Nederland hoort als klompen, kaas en tulpen. De moraal van de reformator uit Genève zou diep zijn geworteld in de mentaliteit van de Nederlanders.


Geur van spruitjes

De bekende katholieke priester Antoine Bodar omschreef het onlangs in deze krant nog als volgt: 'Een mentaliteit, een houding van alles beter weten. Dat is zó Nederlands, zó calvinistisch'. Ook De Dikke van Dale laat er geen misverstand over bestaan. Calvinistisch, dat betekent volgens dit woordenboek 'niet uitbundig, sober, rechtlijnig en dogmatisch.'


"De geur van spruitjes komt bij schrijvers als Maarten 't Hart, Jan Wolkers en Maarten Biesheuvel vandaan", legt Van Veen uit. "Het zegt iets over hoe zij terugkeken op hun gereformeerde opvoeding in de jaren vijftig. Pak je een woordenboek uit pakweg 1900, dan lees je dat een calvinist gewoon een aanhanger is van Calvijn. Pas vanaf de jaren zestig, zeventig komt erbij te staan dat het benepen is en bekrompen. Het zegt meer over de Nederlandse cultuur van dat moment dan over het gereformeerd protestantisme." Dat Nederland calvinistisch is, is een misverstand, volgens hoogleraar Mirjam van Veen. © Gemma Pauwels

Oké, dat is gezegd. Maar hoe zat het dan wél met de reformatie in de Nederlanden? Van Veen maakt een forse sprong terug in de tijd, terug naar de zestiende eeuw. Dat het protestantisme zo snel zo succesvol kon worden, hangt nauw samen met de opstand tegen Spanje, legt Van Veen uit. "Willem van Oranje had de gereformeerden nodig, de gereformeerden hadden Willem van Oranje nodig. De Opstand bood gereformeerden de kans om zich een legale positie te verwerven, het was hun enige kans om de vrijheid te krijgen; de gereformeerden boden Willem van Oranje de kans zijn slagkracht aanzienlijk te vergroten. De gereformeerden waren een buitengewoon gemotiveerde groep om zijn partij te versterken."


Niet calvinistisch

Binnen enkele decennia had de nieuwe manier van denken de rol van de oude middeleeuwse kerk overgenomen en werd het een dominante factor in het Nederlandse religieuze leven. Op die manier kreeg de Republiek, zoals Nederland vanaf 1588 heet, officieel een protestants karakter, ook al bleven heel wat inwoners gewoon katholiek.


Veel protestanten noemden zich gereformeerd. "Dus niet calvinistisch. Dat was heel bewust, want zo'n grote rol speelde Calvijn niet in dit geheel", zegt Van Veen. Ze vertelt dat het gereformeerde protestantisme zich in deze tijd kenmerkt door een veelheid aan opvattingen. "Uiteraard, er waren mensen voor wie Calvijn een groot leider was. Maar ook Luther werd als belangrijk gezien. Nog weer anderen richtten zich weer veel meer op Heinrich Bullinger."


In deze serie reist Trouw de wereld over om de sporen van het protestantisme in beeld te brengen. © Gemma Pauwels


Heinrich Bullinger

Vooral deze Bullinger, een belangrijke reformator uit Zürich die bij het grote publiek al lang vergeten is, had bovengemiddeld veel invloed, denkt Van Veen. "Zijn prekenboek ging mee op alle schepen van de VOC. En als er in een plaatselijke gemeente geen predikant was, dan werd uit dat boek van Bullinger gelezen. Zo'n status heeft Calvijn nooit bereikt." Van Bullinger is de opvatting in de Nederlandse protestantse kerken afkomstig dat het avondmaal puur symbolisch is en dat Christus niet op lichamelijke wijze present is, zoals de katholieke kerk leerde en waaraan ook Luther vasthield. Voor Bullinger had het avondmaal juist als symbool en herinneringsmaal zijn waarde. Calvijn stond dichter bij Luther.


De gereformeerden waren numeriek in de minderheid in de Republiek. Toch was juist deze stroming in het protestantisme succesvol. Volgens Van Veen is de verklaring daarvoor vrij eenvoudig te geven: "Een land moet een godsdienst hebben om de eenheid te symboliseren, zo was een belangrijke gedachte in deze tijd. De dopersen waren na Münster uitgeschakeld, lutheranen waren marginaal en hadden op cruciale momenten de Opstand niet gesteund. De katholieken konden het natuurlijk ook niet worden. Dan houd je de gereformeerden over."


Het succes van de gereformeerden, zegt ze er meteen bij, was 'natuurlijk wel meer dan een simpele afvalrace'. "De gereformeerde beweging had in de zestiende eeuw een enorm elan. Het was internationaal, had veel geleerden en het had een wijde blik." Dat paste bij de ambities en structuur van de handelsnatie. Ze geeft een voorbeeld: "Er was in de gereformeerde kerken geen centraal gezag. In gereformeerde kerken lag een sterke nadruk op lokale gemeenschappen. Dat paste goed bij de jonge Republiek. Daar had men zich van het centrale gezag uit Spanje afgekeerd en waren er sterke en autonome steden en gewesten voor in de plaats gekomen."


Nationalistische retoriek

Opnieuw een sprong in de tijd. Op Calvijn wordt pas eeuwen later de schijnwerper gericht. Het beeld van Nederland als calvinistisch land is de erfenis van een knap staaltje nationalistische retoriek van nog maar een paar generaties terug. De man die verantwoordelijk is voor dit beeld is Abraham Kuyper. Kuyper, de staatsman en theoloog die de eerste politieke partij van Nederland oprichtte (de ARP), een eigen kerkgenootschap in leven riep (de Gereformeerde Kerken) en een eigen universiteit stichtte (de Vrije Universiteit), koppelde óók Calvijn aan de identiteit van Nederland.


Kuyper was zeer onder de indruk van de theologie van Calvijn, die hij ook overal meende terug te zien in het Nederlandse protestantse verleden. Hij maakte van Calvijn de vader van het gereformeerde geloof. De ware Nederlander, zegt Kuyper, die is niet alleen protestant, die is calvinist. Zwingli, Bullinger, Melanchton, Luther - allemaal namen uit de reformatie die ook belangrijk waren, die vallen buiten beeld. Het calvinisme is bij Kuyper de wortel van alle vrijheden, iets dat hij ook terugziet in Amerika. Hij is niet voor niets verkikkerd op dat land, want hij ziet ook daar overal sporen van Calvijn."


Nauwelijks aandacht

Van Veen vertelt dat ze ooit eens geturfd heeft welke werken van Calvijn in het Nederlands vertaald werden. "Dat houdt eigenlijk rond 1650 wel op. Dan is er geen kip meer die Calvijn vertaalt. Pas Kuyper brengt weer wat van Calvijn op de Nederlandse markt. Ik zeg daarmee niet dat men bijna driehonderd jaar niets van Calvijn las, ik zeg wel dat de aandacht niet heel erg groot was."


Kuypers beeld is tot op de dag van vandaag bepalend, ook in het historisch onderzoek. "Kuyper was niet alleen een heel goede propagandist, het heeft er ook mee te maken dat hij een belangrijke rol speelde bij het uitgeven van archiefbronnen." De Marnixvereniging, opgericht op initiatief van onder meer Kuyper, verzorgde de bronnenuitgaven over de reformatie. "Het is een canon die wij historici vandaag nog steeds gebruiken."


Als Kuyper niet zo succesvol was geweest, dan bestaat de kans dat Nederlanders een heel ander beeld hadden van de reformatie. "Wie weet dat je dan nog steeds het vroeg-negentiende-eeuwse beeld zou hebben van de reformatie als brede beweging. Of wie weet was de liberale opvatting dominant geworden. Zij vonden in tegenstelling tot de confessionelen dat Calvijn een plant was van vreemde bodem en benadrukten de lijn die van Erasmus naar Spinoza loopt."


Of het verhaal van Van Veen ooit bij een breed publiek bekend wordt? Ze betwijfelt het. "Het voordeel van Kuypers beeld is zijn eenvoud. Als je de verschillende stromingen moet uitleggen, dan wordt het allemaal wel erg ingewikkeld." En er is nog iets, ze merkt het soms ook in de collegezaal. "De kennis over het protestantisme is bij de meeste mensen minimaal geworden. Bullinger? Je kunt op straat net zo goed een of andere Chinees noemen. Bijna niemand kent die naam meer. Het is een lastig verhaal geworden om te vertellen."


Bron:  Trouw