Reformatie in Amersfoort


Er zijn veel méér hervormingen geweest. Zoiets gaat altijd in golven. Vanaf de tiende eeuw werden kloosters steeds weer geïnspireerd tot herleving en nieuwe discipline, de eenvoud en de armoede van de franciscanen werd bijvoorbeeld nageleefd in het Observantenklooster. Opvallend is dat de katholieke kerk zulke protestbewegingen uiteindelijk altijd kon absorberen.


Dat gold ook voor Geert Grote en zijn Moderne Devotie, de meest invloedrijke Nederlandse beweging in de Europese geschiedenis. Ook hierbij

was het doel terug te gaan naar de basis van persoonlijk geloof en goede werken. De meeste Amersfoortse kloosters danken hieraan hun ontstaan of bloei. Ook de Augustijner pater Erasmus bleef de kerk trouw, al wordt hij met zijn ideeën over zelf nadenken, tolerantie en volkssoevereiniteit beschouwd als een wegbereider van Luther en Calvijn. Maar door hun overtuiging dat ieder mens zelf moest oordelen, met de bijbel als richtsnoer, belanden zij juist buiten de kerk. Als je rechtstreeks tot God kon bidden had je geen priester meer nodig…

Hun kritiek op misstanden onder geestelijken en rond aflaten was terecht, maar heeft in de geschiedschrijving vaak een karikatuur achter gelaten. De gemiddelde geestelijke was oprecht en de uitwassen waren beperkt., Ook in Eemland en in het buitenland. Dat verklaart dat de gelovigen bereid bleven om zoveel aan kerken en kloosters te schenken en dat ze na de Hervorming vaak katholiek bleven.


Luthers ideeën raakten al snel populair in de Nederlanden. Vooral in kloosters was er veel belangstelling voor, maar ook bij kooplieden en ambachtslieden. Zij gingen zelf de bijbel lezen, want in 1522 verscheen Luthers vertaling van het Nieuwe Testament in het Nederlands en vier jaar later de hele bijbel. Dat was mogelijk door baanbrekende ontwikkelingen in de boekdrukkunst.


De nieuwe ideeën werden door veel bestuurders met zorg bekeken, omdat kerkelijk en wereld gezag niet meer vanzelf werden geaccepteerd. Al in 1526 verboden de Amersfoortse klooster de Lutherse boeken, waarna verschillende monniken maar vooral veel nonnen vertrokken. Dat dempte de beweging weer, waarna Amersfoort nog maar incidenteel in het nieuws kwam door ketterij. De kleine groep doopsgezinden en calvinisten werkten bij voorkeur in plaatsen  als Bunschoten, ver van de stad.

Schout Vincent van der Houve had dan ook helemaal geen zin om tegen hen op te treden. Pas na protesten van burgers werd hij in 1569 veroordeeld; met zijn onthoofding wilde men vooral een voorbeeld stellen. Ook had niemand er behoefte aan om de Amersfoortse pelgrimage in gevaar te brengen; de stad was beroemd om haar Mirakelbeeldje in de Onze-Lieve-Vrouwekapel.


Hoe kon het gebeuren dat in 1572 de Sint-Joriskerk werd gezuiverd? Geuzen wiste de stad kort te bezetten, net lang genoeg voor een beeldenstorm. Het verdriet van de Amersfoorters was groot, want hiermee verloren zij enkele toprelieken, zoals een takje uit de doornenkroon van Christus. De kerk werd zoveel mogelijk gerepareerd. Amersfoort bleef stug de Spaanse kant kiezen, net als Amsterdam en Utrecht. Maar in 1579 verenigde de Unie van Utrecht de opstandelingen. Kort daarna stonden de troepen van Jan van Nassau voor de stadspoorten en moest Amersfoort ze wel openen. De pijn werd verzacht door Oranjes pleidooi voor de niet-Calvinisten. De Joriskerk werd nu voorzichtiger gezuiverd en de katholieken behielden hun Vrouwekapel. Dat veranderde echter in 1580, toen verraad van de stadhouder in Groningen een felle reactie van de Geuzen opriep. De Staten van Utrecht besloten toen dat alle kerken gereformeerd moesten worden en verboden de katholieke eredienst.


Toch was de ontwikkeling in Utrecht anders dan in Holland. Doordat de meeste mensen onverschillig dan wel afwijzend stonden tegenover het calvinisme gaven de Staten hier geen krachtige steun aan de gereformeerde kerk. De lieve vrede was hen belangrijker dan de rechtzinnigheid. De predikanten waren vaak onorthodox of probeerde de oude en de nieuwe tradities te combineren. Zo konden de pastoors van Bunschoten en Eemnes aanblijven. In Amersfoort werd een aantal personen verbannen of onder huisarrest geplaatst, maar de helft van de inwoners bleef katholiek. Anderen keken de kat uit de boom of werden remonstrant of doopsgezind. Daardoor waren er rond 1620 maar zo’n 520 echte leden van de gereformeerde kerk (8%); pas daarna kwam er meer druk om lid te worden van de staatskerk. Dit betekende dat katholieken tot ver in de 17e eeuw in besturen van stad en tehuizen zaten, koster kon blijven, of leraar aan de Latijnse school. Kloosters mochten ‘uitsterven’. Katholieke en andere geestelijken konden redelijk vrij de stad in en uit. In huiskerkjes konden mensen met afwijkende overtuigingen meestal rustig hun diensten houden. Ondanks herhaalde klachten van de dominees liet het stadsbestuur de befaamde Vrouwevaart van pelgrims tot de vroege 18e eeuw doorgaan, een uniek verschijnsel boven de rivieren.


De Hervorming was dus een belangrijke ontwikkeling, maar veel protestantse historici hebben er ten onrechte een keerpunt van gemaakt. De continuïteit was groot en vernieuwing zijn van alle tijden,


Ook in later eeuwen heeft Amersfoort een rol gespeeld bij keerpunten in de Nederlandse kerkgeschiedenis. Hier was de priesteropleiding van de Oud-Katholieke Kerk  en de aartsbisschop houdt er kantoor, net als de Raad van Kerken en de migrantenkerken.  In Amersfoort worden allerlei belangrijke congressen gehouden. Kerksluiting is een zeldzaamheid. En de ingrijpende reorganisatie van de Protestantse Kerk is bedacht door de Amersfoorter predikant Arjan Plaisier, die net is afgetreden als scriba (algemeen secretaris).


Bron: Kroniek september 2016  pag. 14


Reformatie in jaartallen

Amersfoort 1629

Reformatie, herdenking

De Zielenvisserij

Ontstaansgeschiedenis kerken

500 jaar Reformatie

Een keerpunt in de geschiedenis

Reformatie in Amersfoort