De zon-
Zowel de zonkalender, de maandkalender die per maand de hoeveelheid zon aangeeft, als de praktische maankalender, die aangeeft op welk moment welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, worden in de middeleeuwen door elkaar gebruikt. Helaas loopt de maancyclus niet precies parallel mat de 12 maanden.
Een maancyclus wordt ook wel een lunatie genoemd. Één lunatie duurt 29½ dagen. Twaalf lunaties bestrijken 354 dagen en dertien lunaties zijn 383½ dagen. Door volgens een bepaald schema soms 12 en soms 13 lunaties te bundelen kan een maankalender aan het zonnejaar gekoppeld worden. In de oudheid waren dergelijke maankalenders, ook wel ‘luni-
Daarbij had elk van de 13 manen een eigen naam en een eigen karakter. Per stad of dorp kon dit iets verschillen van andere kalenders. In de loop der tijden is deze kennis grotendeels verloren gegaan. Wicca’s en andere ‘moderne heidenen’ vieren de volle manen, maar maken als regel geen onderscheid tussen de 13 verschillende manen.
Onze voorouders, waaronder de Kelten en de Germanen, zagen de natuur als heilig. Bomen en struiken, meren en heuvels werden gezien als gevuld met een goddelijke kracht. Bomen werden geassocieerd met een bepaald jaargetijde en met een bepaald aspect van een Godin of God. De berk symboliseerde, bijvoorbeeld, de opleving in de natuur na de langste nacht. Berkentakken werden, soms zelfs tot nu toe, gebruikt om mensen en dieren na de Midwinter te reinigen en weer te activeren. Andere bomen werden geassocieerd met andere jaargetijden. Daaruit ontstond het idee elk van de manen in de kalender te koppelen aan een boom, die vaak tot op heden in ere zijn gehouden.