JOODS-AMERFOORTSE  FAMILIES


Een aantal Joodse families hebben een bijzondere rol gespeeld in Amersfoort. Zij waren  generaties lang economisch, sociaal en cultureel actief. Ze zette zich in voor de groeiende Joodse gemeenschap en voor de stad in het algemeen. Het zijn de leden van zulke families als de Cohens, de Italiaanders, de Gompertsen en de Herschels. Het waren vaak kinderrijke families  en zij trouwen regelmatig onderling  met elkaar.


1. Huis van Abraham Cohen

Dit huis is in 1780 gebouwd door Abraham Cohen, zoon van Benjamin Cohen. De familie Cohen behoorde tot de initiatiefnemers van de tabaksteelt en- industrie in de Gelderse Vallei. Zij zijn erg belangrijk geweest voor Amersfoort. Ook elders had de familie belangrijk functies. Zo was ene Bernhard Walley Cohen burgemeester van Londen (hij is in 1961 nog in Amersfoort op bezoek geweest). De eerste Joodse advocaat in Holland, Jonas Daniel Meyer, is een kleinzoon van Benjamin Cohen. Hij werd rechter in Amsterdam en werkte als enige Jood mee aan de grondwet onder koning Willem I.


Lang heeft Abraham er niet gewoond en het werd het stadhuis van Amersfoort. Het was het tweede stadhuis sinds de Middeleeuwen. Inmiddels is er een derde stadhuis. In het huis bevindt zich nog wel steeds de trouwzaal. Het interieur is in Louis-Seizestijl ingericht. Boven op het platte dak is een reling. Hier werd met Loofhuttenfeest de loofhut geplaatst. Het Loofhuttenfeest of Soekot wordt gevierd in de zevende maand van het Joodse jaar (september - oktober). Het is de herdenking van de dramatische vlucht uit Egypte van het geknechte Joodse volk dat tijdens de tocht door de woestijn door God werd geleid en beschermd. Ter herinnering hieraan worden er loofhutten gebouwd. Dat zijn kleine schamele hutjes met een doorkijk naar de blote hemel. Als het weer het toestaat wordt erin gegeten, geslapen en gebeden. Even belangrijk is de feestruiker, de loelaab. Deze bestaat uit een etrog (een citrusvrucht), een dadelpalmtwijg, drie mirtetakken en twee beekwilgtakken. Ze vormen samen een eenheid.


De loofhut mag eigenlijk overal staan, op een balkon, een binnenplaats, een tuin. Maar niet onder een boom of dak. De loofhut is gemaakt van takken en riet en versierd met fruit, papieren slingers en tekeningen en het dak moet doorzichtig genoeg blijven om s’ nachts de hemel en de sterren te kunnen zien want G'd is niet veraf doch dichtbij. Rijke joden zoals vader Benjamin en zoon Abraham Cohen lieten, net als veel Amsterdamse Joden, hun nieuwe huis bouwen met een fraai plat dak met omheining voor de veiligheid.


DE SYNAGOGES - SJOELS

De eerste Sefardische huissjoel was gevestigd in het huis van Joseph Pereira op de Bloemendalse straat – hoek t, Zand in de omgeving van café van Zanten. De eerste Asjekenazische huissjoel zat in de bank van lening van familie Ruben Gomperts, op de hoek Krommestraat – Haversteeg