11. Huis met de paarse huisjes

 

In het huis Groot Tinnenburg heeft de Familie Italiaander gewoond. Daarachter ligt het Huis met de paarse ruitjes. Benjamin Cohen liet het bouwen rond dezelfde tijd als zoon Abraham het huis aan de Westsingel liet bouwen. Ze hebben dezelfde bouwstijl. Stadhouder Willem V heeft er in 1787 met zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen en hun kinderen een tijd gelogeerd. Hij was na rellen tussen Orangisten en de Patriotten uit Den Haag naar Nijmegen gevlucht. Wilhelmina heeft nog een poging gedaan om zijn macht te herstellen, maar zij werd bij Goejanverwellesluis tegengehouden en teruggestuurd. Willem V gaf Benjamin een portret van zichzelf en aan de Joodse gemeente 70 dukaten. Wilhelmina bedacht de sjoel met een goudbrokaten stof dat werd gebruikt om het voorhangsel te maken (het origineel is te zien in Museum Flehite).

Abraham heeft er eigenlijk nooit gewoond hij was meestal in Amsterdam. Het huis werd verkocht. Sindsdien wonen er zusters en heeft ook Kardinaal de Jong er zijn laatste jaren doorgebracht. In 1942 namen tien grote kerkgenootschappen in een telegram aan Seyss -Inquart stelling tegen de voorgenomen deportatie van de Joden. Onder zware Duitse druk is door de protestantse kerken afgezien van voorlezing van de kansel. De Nederlandse bisschoppen, met aan het hoofd de latere kardinaal De Jong hebben deze brief wel voor gelezen. Als represaille deporteerden de Nazi’s toen tweehonderd katholieke Joden via Kamp Amersfoort naar Auschwitz waar ze allen zijn vermoord. Onder hen was de non Edith Stein. Protestantse Joden werden (voorlopig) gespaard. In het Huis de Bollenburg hebben op de zolder twee echtparen en een kind een groot deel van de oorlog ondergedoken gezeten.


12. Juffersgat


Het stuk grond tussen de Korte Gracht, Drieringensteeg en Muurhuizen werd het Juffersgat genoemd naar de zusters Amarantia en Sophia Drakenburg, die dit perceel aan de Joodse gemeenschap verkochten.

Langs huizen in de Drieringensteeg met mezoeza aan deurposten. Dat is een kokertje aan de rechterdeurpost op ooghoogte. Hierin vers uit Deuteronomium 6: 5-9 ‘Hoor Israël: de HEER onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Wat Ik u heden gebied zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van uw stad’.


13. De sjoel

Op 8 februari 1727 (5487 in de Joodse jaartelling) werd de synagoge in gebruik genomen. De tekst boven de ingang buiten luidt in het Nederlands vertaald: ‘Want mijn huis zal worden genoemd huis van gebed voor alle volkeren’. Synagoge is Grieks voor Huis van Samenkomst, in het Hebreeuws Beth Knesset. Sjoel is afkomstig uit het Jiddisch, een taal die werd gesproken door Asjkenazische Joden. Sjoel zeggen Joden over de hele wereld. Beth ha knesset of sjoel zeggen Joden in Israël. De Knesset is het parlement van Israël. De Sjoel is ook de plaats waar men komt om te lernen (leren) en is dan ook studiezaal. Lernen is heel wezenlijk in het Joodse leven. Toen er in Amersfoort nog geen synagoge was hadden de Joden ondermeer hun Sjoel-samenkomsten in de Bank van Lening, die gerund werd door de familie Gomperts in de Krommestraat op de hoek van de Haversteeg. In 1734 werd het gebouw al te klein.



In 1780 koopt Benjamin Cohen de twee hoekpanden Drieringensteeg - Kortegracht erbij. Op de ene hoek was de kosterswoning, op de andere het metaar of metaheer huisje voor de lijkverzorging. In 1842 werd de synagoge vergroot. Stadsarchitect Ruitenberg, die ook de Lutherse Kerk verbouwde, ging op advies van de Joodse raad zijn licht opsteken in het Duitse stadje Kleve. De ronde uitbouw aan de achterkant, de vernieuwde ingang en neogotische spitsboogvensters zijn het resultaat van zijn speurtocht. In 1867 leidde een conflict tot een scheuring. Of was het ruimtegebrek. Hoe dan ook er kwam een andere synagoge, op de hoek Kortegracht en Muurhuizen. Na tien jaar kwam het tot een verzoening.



Ter gelegenheid van het 200 jarig bestaan zei toenmalig burgemeester Graaf van Randwijck ‘Amersfoort is de eerste gemeente in Nederland die de Joden toestond een synagoge aan de openbare weg te bouwen, Ziet daar voor den niet -Jood niets om er zich op te verheffen. Dat de leden der Joodsche gemeente alhier tot de uitmuntende leden der Amersfoortse gemeente behoren’.


Op vrijdag 21 januari 1927 werd de gerestaureerde sjoel in gebruik genomen. De binnenkant werd opgeknapt onder leiding van architect Harry Elte, die ook architect was van de Amsterdamse Obrecht-synagoge. De gebrandschilderde ramen krijgen Joodse symbolen. De twaalf vensters verwijzen naar de twaalf Joodse stammen. Ze zijn in Art-Deco stijl ontworpen door Willem Bogtman uit Haarlem. Onder de Duitse bezetting werd synagoge een opslagloods voor meubels. Later werd er veel ontheiligd, verwoest en gestolen. In 1945 werd met de hulp van Joods- Canadese soldaten de synagoge weer in gebruik genomen. In 1949 volgde een restauratie door Abraham Osnowicz. De glas-in-loodramen werden door de Amersfoortse glazenier Alex Luigjes hersteld.


14. De Mikwe


In 1737 werd er een ritueel bad, de Mikweh, gebouwd. Dit rituele bad diende voor reinigingsrituelen van mannen en vrouwen. Kookgerei werd erin ondergedompeld om het kosjer te wassen. Er mag alleen maar bron- of hemelwater in gebruikt worden in een bepaalde verhouding. Dit bad is tot in de Tweede Wereldoorlog in gebruik geweest.







15. Metaheer huisje


Benjamin Cohen kocht in 1780 het pand op de hoek van de Drieringensteeg en de Kortegracht. In het metaheer huisje werden overledenen gewassen. Vandaar de dichtgemetselde ramen. Het gebouwtje deed ook dienst als ‘wintersjoel’ als het te koud was om de synagoge te verwarmen. Rond 1890 gaf dr. Levie Ephraïm Visser er volwassenenonderwijs dus was het toen niet langer in gebruik als metaheer huis. Vanaf 1873 was er bij de nieuwe Joodse begraafplaats een groot en ruim metaheer huis gebouwd.




16 Herdenkingsstenen


In Amersfoort worden de slachtoffers van het naziregime in de Tweede Wereldoorlog per persoon herdacht bij de laatste woning vanwaar ze werden gedeporteerd of vermoord. In Amersfoort gaat het om ruim 350 Joodse slachtoffers (de helft van de Amersfoortse Joden in die tijd), meer dan zeventig verzetsstrijders en drie Jehova's Getuigen. Voor de huizen waar zij woonden in de jaren veertig van de vorige eeuw worden zwart granieten stenen geplaatst van 12 x 12 centimeter met daarin de naam, leeftijd, en plaats van overlijden. De eerste zestien Herdenkingsstenen werden gelegd op 30 april 2015. In maart 2017 bedroeg het totale aantal gelegde stenen 211. Zij getuigen van stadsgenoten die een gruwelijk lot ondergingen in de Tweede Wereldoorlog.