O.L. Vrouw van Amersfoort (of ter Eem)


Datum: Zaterdag, acht dagen voor Pinksteren

Periode: 1444 - 1720 / 1933 - heden
Locatie:



Samenvatting  (auteur: Ottie Thiers)

Na de vondst van een Mariabeeldje in 1444 groeide Amersfoort snel uit tot een van de meest populaire bedevaartoorden in de Noordelijke Nederlanden. Na de Opstand bleef de verering bestaan op beperkter schaal, tot 1720. De stadsoverheid greep toen in, hoogstwaarschijnlijk omdat de Vrouwevaart betrokken was geraakt in de katholieke kerkscheuring. Het beeldje en toebehoren bevinden zich sinds die tijd in de oud-katholieke kerk. In 1933 is door rooms-katholieken het O.L. Vrouwegilde opgericht, dat sindsdien weer een jaarlijkse ommegang organiseert.


Topografie


Cultusobject

  1. In deze oude schuilkerk was de schrijn, die het beeldje huisvestte, opgehangen aan de muur bij de trap naar de orgelgalerij, achterin de kerk. Deze kerk is in 1928 vervangen door nieuwbouw: de huidige oud-katholieke kerk van de H. Georgius. De schrijn werd toen opgehangen in het halletje tussen de kerk en de gemeentezaal; men hechtte er weinig waarde aan. In 1952, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het kerkgebouw, is de schrijn gerestaureerd. Men realiseerde zich dat ook de eigen historie wortelde in de middeleeuwen; de schrijn werd weer in de kerk gehangen, boven de deur naar de pastorie. In 1987 vond een tweede restauratie plaats; de schrijn kwam in de voormalige doopkapel te staan, die sindsdien gebruikt wordt als bidplaats. Men kan er een kaars opsteken.
  2. In 1933 werd door de r.k. parochie O.L. Vrouw ten Hemelopneming (de ‘Elleboogkerk’) de Vrouwevaart in ere hersteld. Van verregaande samenwerking met de oud-katholieken was in die tijd nog geen sprake, zodat de parochie naar een ander beeld moest uitzien. Ten behoeve van de Vrouwevaart kreeg men in 1938 een vervangend middeleeuws Mariabeeld in bruikleen, dat een plaats kreeg in het Mariakapelletje in de parochiekerk. In 1963 zijn de ‘Elleboog’- en de Franciscus-Xaveriusparochie samengegaan. Het beeldje verhuisde naar de Franciscus-Xaveriuskerk, waar het rechts achterin bij een pilaar staat. Van 1933 tot in de jaren zestig liep men de volledige historische route, die langs de zeven kloosters voerde en ongeveer anderhalf uur duurde. Men liep vanuit de kerk naar het startpunt: de Lievevrouwetoren. Vervolgens via de Krankeledenstraat, de Westsingel, ‘t Zand, de Weverssingel en de Kamp naar de Beek, waar de Kamperbuitenpoort gestaan heeft, dan terug via Achter de Kamp en de Jansstraat, door de Kamperbinnenpoort, de Langestraat en de Lievevrouwestraat naar de toren, rond het Lievevrouwekerkhof, weer via de Krankeledenstraat naar de Langestraat, deze in tegenovergestelde richting volgend naar de Kamperbinnenpoort. Langs de Zuidsingel, de Varkensmarkt en de Krankeledenstraat bereikte men voor de derde maal de toren. De route is op een gegeven moment (ruim voor 1963) verkort; heen en terug naar de toren door de Langestraat is eruit gelaten. Er is ook een klein stukje toegevoegd: Vanaf de Kamp loopt men een stukje linksaf langs de stadsmuur naar de gedenksteen bij de plek waar het beeldje ongeveer gevonden moet zijn.
  3. Van 1980 tot ongeveer 1990 organiseerde de restauratief-katholieke Gemeenschap van O.L. Vrouwe van Amersfoort vanuit de gasthuiskapel aan de Westsingel 47 een tweede Vrouwevaart, op zondag voor Pinksteren. Men liep dezelfde, verkorte route. Uit familiebezit werd een Mariabeeldje verkregen, dat vooraan in de kapel, links van het altaar in een nis werd geplaatst.


Cultusobject


Verering

later, tegen Kerstmis, kreeg de dienstmeid Griet Albert Gysen driemaal een visioen, waarin haar werd opgedragen naar de betreffende plek bij het water te gaan om een Mariabeeldje van onder het ijs te halen. Zij vond het beeldje, dat bewegingloos in het stromende water stond. Zij plaatste het thuis op het ‘tresoir’ en stak een kaars op, die driemaal langer brandde dan verwacht mocht worden. Vervolgens ontfermde haar biechtvader Jan van Schoonhoven, een carmeliet, zich over het beeldje, en bracht het naar de Lievevrouwekapel. Spoedig stroomden de pelgrims bij duizenden toe. In 1445 openbaarde O.L. Vrouw aan zuster Geertruyd Willems van het Agnietenconvent dat van de opbrengst van de pelgrimage een mooie toren gebouwd moest worden, hetgeen geschiedde.



In de 19e en 20e eeuw