Wat is Oud-Katholiek?

In de 16e eeuw gingen de katholieken in Nederland ondergronds onder druk van de calvinistische overheid. Uit deze schuilkerkperiode dateert ook de scheiding van de beide Katholieke kerken in Nederland. Vanwege de gesloten grenzen waren de contacten met de kerk buiten de Nederlanden moeilijk en werden de noordelijke Nederlanden in de 16e en 17e eeuw beschouwd als een missiegebied. Hoewel de Katholieke kerk in het verborgene nog wel functioneerde, werd het voor de bisschoppen hoe langer hoe moeilijker om gelovigen te vormen en nieuwe priesters te wijden. Daarnaast ontstonden er ook onderling spanningen die nog werden versterkt door de komst van veel geestelijken uit Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden. Deze waren gevlucht vanwege hun spirituele opvattingen die niet langer werden gedoogd en vanwege hun verzet tegen een steeds sterker wordende invloed vanuit Rome op de lokale kerken. Na zo’n twintig jaar tevergeefs om een nieuwe bisschop gevraagd te hebben besloot men terug te grijpen op oude rechten en zelf een nieuwe bisschop te verkiezen. Met de verkiezing van Cornelis Steenoven door het Kapittel van Utrecht in 1723 werd de breuk tussen Rome en Utrecht definitief. Zo bestaan tot de dag van vandaag twee groepen Katholieken, die kerkelijk gescheiden hun eigen weg gaan. De Oud-Katholieken kiezen nog steeds hun eigen bisschoppen.