Structuralisme

In het ontwerp van de Stad van Cahen met zijn torens, stegen, pleinen en kubistische vormen zijn duidelijk de invloeden van het structuralisme af te lezen, maar Cahen gaat soepel om met de wetmatige uitgangspunten van de bouwstijl en geeft er op punten een eigenzinnige draai aan. De basale gedachte: het creëren van een intieme, inspirerende en levendige werkomgeving en ontmoetingsplaats voor de mens en zijn sociale contacten heeft op treffende wijze gestalte gekregen.

Het Structuralisme is ontstaan als antwoord op het Nieuwe of Zakelijk bouwen uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw.  De wortels van deze stroming liggen bij Le Corbusier en Louis Kahn, twee inspiratiebronnen van Cahen. De aanhangers van het Hollands structuralisme, waarvan Aldo van Eyck de grondlegger is, verzetten zich tegen de eenvormigheid, de doorzonwoningen en de anonimiteit en massaliteit van de grote flatgebouwen die zo kenmerkend waren voor het Nieuwe Bouwen. Zij meenden dat door de druk op de bouwsector en het ontstaan van onpersoonlijke wooncomplexen het contact met de gebruiker verloren was gegaan. Het Structuralisme wilde de gebruiker meer bieden dan een optelsom van functies. De mens en zijn sociale contacten stonden centraal. Om de sociale interactie, intimiteit en levendigheid te bevorderen streefden de architecten naar een multifunctioneel ruimtegebruik met een uitnodigend karakter. Hierdoor ontstonden bouwwerken met vaak een wirwar van steegjes, trappen en verborgen hoekjes waar mensen elkaar konden ontmoeten. Aldo van Eyck omschreef het zelf ooit als volgt: ‘Maak van iedere stad een groot huis, van ieder huis een kleine stad’. De Stad van Cahen kan zo worden gezien als een kleine stad in de binnenstad van Amersfoort.

Bij de keuze voor de bouwmaterialen koos Cahen bewust voor het contrast. ‘Juist via het contrast breng je harmonie tot stand,’ vindt hij. Daarom is het pand opgetrokken uit gemetselde witte betonstenen en niet uit traditionele bakstenen. Het gebouw is zo ontworpen dat je vanaf de straat mensen aan het werk kunt zien en dat je al lopende door de (tijdens kantooruren) openbare steeg tussen de Muurhuizen en de Kerkstraat het centrale stadsplein kunt bewonderen. Hierdoor wordt verbondenheid gecreëerd tussen het leven binnen en buiten de muren van het complex.

Op de vloer van het centrale plein is een kunstwerk te zien van Jan Dibbets. De cirkel op de vloer met daarin een vierkant en vier driehoeken correspondeert met de cirkel en driehoeken in de koepel die hoog boven het plein uittorent.