Oppidum


Een oppidum (Latijn: oppidum (mv.: oppida): verhoogde plaats, versterking) is een hoger gelegen plaats (meestal op een heuvel of plateau gelegen) waarvan de natuurlijke verdediging versterkt is door de mens ten tijde van de Kelten.

Oppida zijn voornamelijk bekend dankzij de beschrijvingen van Gaius Iulius Caesar in zijn Commentarii de bello Gallico. Karakteristiek zijn de muren van aarde en steen, verstevigd door dwarsbalken in hout. Dit muurtype, dat specifiek was voor de Keltische (Gallische) oppida wordt murus gallicus genoemd. De naam oppidum wordt gewoonlijk gebruikt om terreinen van verschillende grootte aan te duiden, gaande van 1 of 2 tot verschillende honderden hectaren.

De meeste oppida hadden geen grote permanente bevolking. Het waren goed verdedigbare vluchtoorden, waar de plattelandsbevolking in een tamelijk wijde omtrek zich schuilhield wanneer een vijandelijk leger hun grondgebied teisterde.


De benaming oppidum is in gebruik gebleven tot ver in de middeleeuwen, om een plaats als stad aan te duiden. Dit was om het onderscheid te maken met een villa of locus.