Diepchristelijke spiritualiteit van Thomas a Kempis (1379/80-1471)

Het werk van de middeleeuwer Thomas a Kempis roept nog steeds waardering op. Hij wordt daarbij echter nogal eens losgemaakt van zijn christelijke context.

Zo’n zes eeuwen geleden zette een schrijver in de IJsselstreek de volgende gedachten op papier: „Zalig zij die (…) hun hart volledig keren tot God om de genade van de Heilige Geest te ontvangen, waardoor zij elke aardse liefde overwinnen en de duivel weerstand bieden.” Deze woorden zouden in een gereformeerde preek niet misstaan. Ze zijn echter van Thomas a Kempis, de prominente vertegenwoordiger van de moderne devotie.

De moderne devotie was een binnenkerkelijke vernieuwingsbeweging in de tweede helft van de 14e eeuw. Het begin ervan ligt in de IJsselstreek, met name bij Geert Grote (1340-1384) in Deventer. Na een geestelijke ommekeer ging deze zich met woord en daad verzetten tegen de misstanden in de kerk. Het ging hem om kenmerken zoals eenvoud, innerlijkheid en gemeenschappelijkheid in bezit. Er ontstonden leefgemeenschappen in Deventer en Zwolle en vervolgens ook elders. In een latere fase ontstond de behoefte aan een meer geordende en stabiele vorm en dit leidde tot het stichten van kloosters.


Leven van gebed

Thomas a Kempis werd in 1379 of 1380 geboren in Kempen net over de grens bij Venlo. Reeds jong kwam hij terecht in het milieu en de geestelijke sfeer van de moderne devotie. Bij de broeders in Deventer vond hij onderdak toen hij onderwijs volgde op de kapittelschool in Deventer. Daar is de basis gelegd voor zijn verdere leven: nauwe omgang met de Schrift en de geschriften van kerkvaders zoals Augustinus.

Rond 1400 trad Thomas in het zojuist gestichte Sint-Agnietenklooster bij Zwolle. Daar zou hij, behoudens enkele onderbrekingen, zijn hele verdere leven blijven: zo’n 70 jaar lang. Hij leidde er een leven van gebed, stille meditatie, lezen, studeren en kopiëren. En daar, in de stilte van zijn cel, schreef hij de vele werken die hij heeft nagelaten. Op een enkele uitzondering na alle in het Latijn: traktaten, preken, meditaties, levensbeschrijvingen. Hij overleed in 1471.

Zijn bekendste werk is ongetwijfeld ”De imitatione Christi” (Over de navolging van Christus), meestal kortweg ”De navolging” genoemd. Volgens wetenschappers is het na de Bijbel het meest gelezen boek van de christenheid. De eeuwen door is het gedachtegoed van Thomas herkend en gewaardeerd, ook bij christenen in de lijn van de Reformatie en de Nadere Reformatie, zoals de Zeeuwse predikant Willem Teellinck en de Utrechtse hoogleraar Voetius. Zij waren onder de indruk van de diep beleefde vroomheid, de houding van ootmoed en nederigheid, ook al zagen ze elementen die rooms gekleurd zijn.

Die waardering is er ook anno 2013. Dat blijkt uit drie recente Thomaspublicaties: een glossy, een pleidooi voor postmoderne devotie en een vertaling van Thomas’ beschrijving van het leven van Jezus.


Bron: RD