Het mysterie van het mirakelkaarsje

Het verhaal van het Mirakel van Amersfoort is algemeen bekend en wordt met verve verteld aan de toeristen die onze mooie stad bezoeken. Ze moeten wel even wachten op de climax van het verhaal dat het kaarsje veel langer bleef branden dan men normaal zou verwachten. Toen ik het verhaal vertelde aan mijn Breda’se vriend, de oude koster van de O.L.Vrouwekerk in Breda begon hij bij de episode van het kaarsje hartelijk te lachen. Weet je niet dat dat al een heel oude kosterstruck is. Nee dat wist ik niet. Vanaf de vroege middeleeuwen tot nu toe, vertelde hij, zijn echte waskaarsen heel kostbaar. Daarom maakte en brandde men vetkaarsen van varkens- en schapenvet, maar die stonken en walmden heel erg. Alleen bij belangrijke evenementen werden in de katholieke kerk waskaarsen gebrand. De kaarsen werden gemaakt door de gesmolten was uit te gieten over een platte steen en er een lont in te rollen. Ze waren ongeveer 4 à 5 cm dik en ca. 35 cm lang met aan beide zijden een lont. De kaarsen werden gepind op een kandelaar met een was-opvangbakje om druipwas op te vangen. Nu komen we bij de kosterstruck, want als je het bakje vult met goedkope raapolie zal door de capillaire werking van de in het bakje hangende lont eerst de olie opbranden en daarna pas de was. Als je nu maar bij blijft gieten zal het kaarsje héél lang branden.

Het zal niet de eerste keer zijn dat een wonder achteraf een vooropgezette goocheltruc is. Lees bv. ook de legende eens van het mirakel van het Godshuis.