De 12 Imans

De 12 imams waren de nakomelingen van de islamitische profeet Mohammed via zijn dochter Fatima en zijn neefje en schoonzoon Imam Ali (de eerste imam). Ze worden gezien als de spirituele en politieke opvolgers van de laatste profeet Mohammed door aanhangers van het (Twaalver) sjiisme, alevitisme en bektashisme. Ook in het soefisme spelen ze een centrale rol, omdat elke spirituele stamboom of ketting (silsilah) van alle bestaande soefi-orden altijd wel teruggaat tot een van de twaalf imams, de spirituele hoofden van de islam. Om deze reden wordt Ali ibn Abu Talib ook wel de vader van het soefisme genoemd.

De 12 imams worden als onfeilbare menselijke individuen gezien, die niet alleen met gerechtigheid over de gemeenschap konden heersen, maar ook in staat waren om de ware sharia en esoterische betekenis van de Koran te interpreteren. De woorden en daden van Mohammed en de twaalf imams worden als voorbeeld gezien voor de gemeenschap om te volgen. Zowel sjiieten als alevieten baseren dit op verschillende overleveringen en geloven erin dat de twaalf imams werden voorspeld in de Hadith van de Twaalf Opvolgers. Ook de 'Hadith of the two weighty things' en de 'Hadith of ghadir khumm' wordt hieraan gelinkt omdat de twaalf imams van de Ahl al-Bayt stammen, bestaande uit Mohammed, Fatima, Ali, Hassan en Hussein.

Binnen het sjiisme en het alevitisme worden Mohammed, zijn dochter Fatima en de twaalf imams samen ook wel de Veertien Onfeilbaren (Turks: On Dört Masum) genoemd.