3. Bunkercellen
In het deel van het kamp waar de bewakers zaten waren ook de bunkercellen. Het bunkercomplex had in het midden een gang met links en rechts 11 cellen. De cellen waren 1.20 m breed en 2.40 m lang. De inrichting van een cel bestond uit een stalen brits van 1,70 meter lang met een strozak, een kroes om te drinken en een emmer voor de behoeften. In deze cellen werden zwaar gestrafte gevangenen geplaatst: ter dood veroordeelden, gevangenen die werden aangewezen voor een represailledoding en vrouwen (verzetsstrijders) die in het kamp werden opgesloten. De vrouwen zaten vaak met meerderen tegelijk in een iets grotere cel. Soms werd men daar voor een paar dagen opgesloten, maar anderen moesten daar maanden achter elkaar verblijven. Behalve stokslagen en ‘Am Tor stehen’ kende het kamp de straf ‘vijf dagen bunkercel’. Deze straf werd opgelegd aan een gevangene die een ernstig vergrijp had begaan, zoals een poging tot ontvluchting of het afweren van een mishandeling.