De Observant 1472
13e eeuw Franciscus van Assisi
Observanten afsplitsing Franciscaner orde >> Minderbroeders = bedelorde
Observare = naleven (strikt) Florens Radewijns
Kuisheid, Armoede, Gehoorzaamheid
1444 Fraterhuis afgestaan aan het Nieuwe gasthuis en wordt later in 1471 een tijdelijk onderkomen voor de “bairvoete brueders”.
1471 Paus Sixtus IV geeft de Franciscanen, de observanten of bairvoete brueders, toestemming voor het stichten van een klooster in Amersfoort.
1472 Observantenklooster Kaarten / Plattegronden Observantenklooster
1479 Bouw van de kloosterkerk.
1483 David van Bourgondië , bisschop van Utrecht, gevangen >> Davidshof
1495 Stadsbrand Observantenklooster in de as.
Opbouw: kapel, kloosterhof, kloostergang, 3 gebouwen, moestuin
1579 HERVORMING
Kerk en klooster worden geconfisqueerd. Het hoofdgebouw wordt aan het schuttersgilde als Doelhuis toegewezen.
Schuttersdoelen
Noordelijk gebouw: reventer (refter) >> Doelhuis
In de middeleeuwse stad waren poorters en vaak ook de inwoners zonder volledig burgerrecht, 'inwoonders' genoemd, verplicht tot bewaking van muren en poorten. Men moest minstens 18 jaar oud zijn. Omdat men zelf harnas en wapens zelf moest bekostigen zal de verplichting in de praktijk wel tot bezittende klasse beperkt zijn geweest. Deze permanente militaire paraatheid, die eerder als een voorrecht dan als last werd beschouwd, leidde tot de vorming van de schutterijgilden, die zich toelegden op de wapenoefening. De schuttersgilden vormden een militaire elite, onder leiding van magistraatsleden en bestaande uit welgestelde burgers.
17e en 18e eeuw Schuttersdoelen worden logement
Na 1580 is de schutterij spoedig verlopen. De nieuwe machthebbers hadden de burgerbewegingen goed kunnen gebruiken om op het kussen te komen, maar voelde er weinig voor om de verworven machtspositie te delen met burgerorganisaties. Bovendien werd het te gevaarlijk om de doelen te gebruiken voor schietoefeningen met musketten. Langzamerhand zal een bezoek aan de Doelen slechts een voorwendsel zijn geworden om elkaar in een ongedwongen sfeer te ontmoeten en kregen ook niet-
Het accent van de Doelen kwam steeds meer te liggen op het gezellig samenzijn. In korte tijd zal ook de verschuiving plaatsgevonden hebben in het gebruik en de inrichting van de verschillende vertrekken in het gebouw. In dit verband is het zinvol te wijzen dat de inrichting van herbergen toentertijd uiterst eenvoudig was. De reiziger wenste na een vermoeiende reis een goede maaltijd en een veilig onderdak voor de nacht, zowel voor zijn persoon als voor zijn goederen, vervoermiddel en paarden.
De beschikking over een zo goed mogelijk aan de eisen des tijds aangepaste logiesmogelijkheid voor handelaren en overheidspersonen droeg in niet onbelangrijke mate bij tot de stimulering van economische activiteiten. Een goed logement was een visitekaartje voor de stad.
1587 Het stadsbestuur besluit de kloosterkerk te slopen, maar prins Maurits verbiedt dat. Blijkbaar is dit plan toch uitgevoerd want op de stadsplattegrond van Blaeu uit 1949 ontbreekt de kloosterkerk.
1693 In een deel van het complex wordt een glasblazerij gevestigd, het Glashuis aan de Westsingel.
1780 Abraham Cohen, tabakshandelaar, koopt het voormalige glashuis, laat het afbreken en het monumentale pand (Westsingel 43) bouwen, dat later van 1818 tot 1974 stadhuis was.
1795 tot 1810 Franse bezetting
Het hoge hoekpand wordt artillerie-
In 1804 besliste het Staatsbewind van de Bataafse Republiek dat in Amersfoort zou worden gevestigd een militaire school voor de wapens der Infanterie, Jagers en Cavalerie. De inkwartiering van staf en militairen betekende een grote last voor de burgerij.
In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van Holland. Deze vorst, die zijn nieuwe koninkrijk zoveel mogelijk onafhankelijk van zijn keizerlijke broer wilde maken, maar tevens op Franse leest wilde moderniseren streefde naar een polytechnische school naar het voorbeeld van de beroemde Franse École Polytechnique.
De Artillerie-
1816 De gebouwen worden weer stadseigendom.
1820 -
De economische toestand van het land was niet alleen in de Franse Tijd, maar ook nog lang daarna deplorabel. Bedelen was de gewoonste zaak in de stad. Om het bedelen tegen te gaan wordt het verboden en worden de voormalige bedelaars in het instituut aan het werk gezet. De werkzaamheden zullen bestaan uit bezigheden, waartoe zo weinig mogelijk scholing is vereist, zoals bewerking van wol: Kammen, tot sajet spinnen, breien of strikken van kousen, sokken, slaapmutsen, handschoenen etc. Verder komen in aanmerking de verwerking van koehaar tot ruwe vloerkleden, van uitschot tot hennep, koedekens enz. Het werkinstituut mag geen werkvolk wegtrekken van de fabrieken. Wie nog op bedelarij betrapt wordt wordt zal naar Hoorn worden gestuurd. De onderneming werd geen succes. Men had aanvankelijk gerekend op 150 tewerkgestelden, maar het waren er 600 geworden. De prijzen daalden. Veel afnemers van het instituut gingen failliet. Geen van de genomen maatregelen had succes, zodat de koning geadviseerd werd om het instituut op te heffen en de tewerkgestelde personen te sturen naar Ommerschans, een soort strafkolonie voor bedelaars en landlopers. Per 1 januari 1826 werd het Werkinstituut opgeheven.
1827 De gebouwen worden weer stadseigendom en in gebruik genomen als kazerne.
1881 Een deel van het complex wordt verbouwd tot gymnasium en is tot 1922 als zodanig in gebruik.
1883 Een deel van het complex doet dienst als kleding-
1887 De gebouwen worden weer gemeente-
1982 Restauratie Observant. In het gebouw krijgt de gemeentelijke sociale dienst een plaatsen in de kelder het gemeente-
Bron: Observantenklooster Amersfoort
Maquette Observant bij Flehite
Gewelf blootgelegd op Westsingel