Slot Wewelsburg


SS-leider Heinrich Himmler wees in 1933 slot Wewelsburg aan als ideologisch 'centrum van de wereld' voor het elitekorps van de nazi's. Bezoekers kunnen er nu terecht in 's werelds eerste SS-museum. Maar wel onder streng toezicht, uit angst voor neonazi's en satanisten.


De driehoekige burcht voorzien van drie hoektorens, gebouwd tussen 1603 en 1609 door de Vorst-bisschop van Paderborn, was bedoeld als een tweede residentie. Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd hij grotendeels verwoest. Vervolgens werd hij herbouwd en later weer beschadigd door brand. De gemeente kocht het geheel aan in de jaren twintig van de 20e eeuw.

Tijdens het nazibewind (1933-1945) werd het geheel aangewend als opleidingscentrum en ontmoetingsplaats voor de SS. De plek Wewelsburg staat model voor het door de nazi's uitvinden van historische connecties en linken aan de Duitse geschiedenis met als doel het onderbouwen van de Arische superioriteit. Nazisuperieuren hadden dezelfde plannen met het Kasteel Quedlinburg, waar de Sint-Servaaskerk veranderde in een SS-inwijdingsruimte.


Het ongenaakbare slot in de heuvels ten zuidwesten van het stadje Paderborn in Noord-Rijnland-Westfalen oefent nog altijd een duistere aantrekkingskracht uit op bepaalde groepen. Die hebben vooral interesse voor de machtige noordelijke toren. Achter de anderhalf meter dikke torenmuur bevindt zich de Gruft- de Kluis: een koepelvormige ruimte met een enorme betonnen swastika in het dak, waaronder een eeuwige vlam moest branden voor gesneuvelde SS'ers. Rondom zijn twaalf zuilen uitgehouwen voor Reichsführer-SS Heinrich Himmler en zijn belangrijkste generaals. De bijzondere akoestiek maakt de ruimte tot een hoogtepunt bij rondleidingen: zelfs fluisterend kun je elkaar op meters afstand verstaan.

De 'Obergruppenführer-zaal' die een verdieping hoger ligt, spreekt nog meer tot de verbeelding. In deze kamer, met twaalf zuilen en twaalf vensters, liet de latere organisator van de Holocaust in marmer een berucht symbool aanbrengen: de Zwarte Zon, een soort 12-armig hakenkruis, met Sig-runen als zonnestralen. Het getal twaalf verwijst naar de zonnecyclus die centraal stond in de Germaanse mystiek. Hier, in zijn eigen Camelot, wilde Himmler met zijn twaalf 'Teutoonse ridders' bijeenkomen.

Voordat Heinrich Himmler (1900-1945) zijn oog erop liet vallen was de Wewelsburg een kasteel zoals NoordRijnland-Westfalen er zoveel heeft. De prins van Paderborn liet het bouwen tussen 1603 en 1609 op de ruïnes van een oud slot. Himmler zag volop redenen om van de Wewelsburg het ideologische hart van zijn SS-rijk te maken, zijn Mittelpunkt der Welt. In de eerste plaats vanwege de ligging nabij het Teutoburgerwoud, beroemd om de slag die Germaanse stammen hier in 9 na Christus leverden met de Romeinen. Ze hakten drie legioenen van het Rijk in de pan. In Himmlers ogen een klinkend bewijs van de superioriteit van het Germaanse ras. Hermann, zoals legerleider Arminius eind 19de eeuw werd herdoopt, was wat hem betreft de eerste Germaanse Führer.

Duitse Stonehenge
Himmler liet in de omgeving archeologische opgravingen uitvoeren naar overblijfselen van de superieure Germaanse cultuur. Dat gebeurde onder meer bij de nabijgelegen cultusplaats de Externsteine, het Duitse Stonehenge, waar de paramilitaire SS (Schutz Staffel) geregeld zonnewendefeesten en andere occulte ceremonies organiseerde. De opgravingen leverden geen serieuze vondsten op, maar de 'SS-wetenschappers' fabriceerden graag zelf bewijzen van de superieure Germaanse cultuur. Himmler kon ze goed gebruiken als rechtvaardiging voor de uitroeiing van 'minderwaardige' rassen. Ook de Heilige Graal, waarnaar ze her en der groeven, moest een plaatsje krijgen in de Wewelsburg.

De typische driehoekige vorm was een ander interessant aspect aan de Wewelsburg. Himmlers 'ariosofisch' adviseur Karl Maria Wiligut, een occultist met een psychiatrisch verleden, zag er een speervorm in. Uit 'erfherinneringen' waaruit hij beweerde te putten, wist Wiligut dat de opmars van de Hunnen ooit op de punt van het slot was stukgelopen.

In de grote toren, de Nordturm, werd een marmeren mozaïek aangelegd van een Schwarze Sonne of Sonnenrad. Himmler gebruikte deze ruimte, de Obergruppenführersaal geheel volgens de gebruiken van de Ridders van de Ronde Tafel van Koning Arthur, dus met twaalf gasten rondom zijn tafel, en Himmler zelf als dertiende. Deze ruimte werd het centrum voor belangrijke riten en bijeenkomsten. Twaalf leiders met de grootste verdiensten, gunstelingen van Himmler, zaten met hem aan een ronde zware eikenhouten tafel, met verguld hout in ruime varkensleren stoelen met hoge ruggen. Iedere stoel had op de rugleuning een zilveren plaatje met de naam van degene wiens vaste plaats het was. Naast ieder van hen stond een zilveren schaal, waarin hun naam gegraveerd was. Onder de Nordturm, die verder uitgebouwd had moeten worden tot het Mittelpunkt der Welt, ligt de Gruft, een ruimte voor dode SS-officieren.

De katholieke inwoners van het dorp Wewelsburg bekeken de komst van de 'heidense' SS met wantrouwen. Himmler paaide hen door de Hitler Jugend en de Reichsarbeitsdienst er op af te sturen. Zij verbouwden een naastgelegen boerenhoeve tot gemeenschapshuis. Die staat er nu nog - de herberg Ottenshof, waar het lijkt of de tijd tachtig jaar heeft stil gestaan. Je kunt er nog steeds houtsnijwerken met Germaanse runen bewonderen en eikenhouten banken met swastika's.


In 1945 gaf Heinrich Himmler opdracht het kasteel op te blazen. Alleen de grote noordelijke toren is hierbij vernietigd.


Zie ook: Thule genootschap