De kraagsteen met het negerkopje


Kraagstenen hebben over het algemeen geen bijzondere betekenis of functie, maar moeten veeleer gezien worden als een middel om de middeleeuwse kerkganger te manen en vermanen. Bij het negerkopje, de waternekker of waterdemon zal het bijvoorbeeld betekenen ‘pas op voor het water’ of ‘hoed je voor de waterdemoon, want die grijpt je en laat je verdrinken’.


Neger, moor

Het woord neger werd vroeger uitgesproken als negro en komt van het Latijn ‘niger’ wat zwart of donker betekent.

Mauretanië betekent ‘het land van de Moren’. In het Middelnederlands werd het woord gebruikt voor een demon of duivel. Meestal was het een ‘waternekker’, een demon van het water, die probeerde je te laten verdrinken.

Onder invloed van het Engelse ‘nigger’ werd ‘nikker’ in de 19e eeuw een beledigend bedoelde versie van het woord neger. Een uitdrukking zoals ‘zo zwart als een nikker’ was oorspronkelijk bedoeld als zo zwart als de duivel. In feite zegt de kraagsteen niet meer als ‘pas op voor het water’.


Het negerkopje is samen met de kraagstenen van de lucht- en vuurdemoon (Lilith en Satan), aan de tegenovergestelde wand van de kerk, overgebleven uit de oude kruiskerk uit 1337. Het christendom was in die tijd zeer duaal ingesteld in goed en kwaad. De goeden waren de vrome gelovigen, maar het kwaad werd vertegenwoordigd door gespecialiseerde demonen. Zo had je er de ‘aarddemonen’ die voortdurend uit waren op het vernielen van je oogst. De ‘waterdemonen’, die je bij het doorwaden van het water de diepte in konden trekken (moerasgas). De ‘luchtdemonen’ die je in de nacht met hun adem konden vergiftigen (koolmonoxide) en de ‘vuurdemonen’ die je huis en haard in rook op konden doen gaan. Demonen waren in principe zwart van kleur, want ze kwamen tenslotte uit het hellevuur. Vandaar het negerkopje of de zwarte waternekker.