Het doxaal 1420-1450


Een schitterende afscheiding tussen het priesterkoor en de rest van de kerk. Het is gemaakt van Baumberger zandsteen. Aangenomen wordt dat het gemaakt is door Willem van Bakkersweerd, een Utrechtse steenhouwer. Maar geheel zeker is dat allerminst. Het zandsteen is zo zacht dat de figuurtjes met een beitel gestoken werden op dezelfde wijze zoals in hout. Dat gebeurde in een nissenhut op de Hof.


Omdat de gelovigen in de kerk het hoofdkoor niet mochten betreden, moesten de geestelijken voor bv. de lezingen naar de mensen toe. Daarom hebben veel doxalen twee deuren. De linker deur, gezien vanuit de kant van de gelovigen, wordt gebruikt voor de epistellezingen, de rechter deur wordt gebruikt voor de evangelielezing. Dat is aan de koorzijde van het doxaal goed te zien aan de gebeeldhouwde figuren bij de deuren. Gepreekt werd vanaf de lezenaar bovenop het doxaal.

Op het doxaal zijn veel steenhouwersmerken te zien, vooral op voet van de zuilen.



De epistelkant laat een apostel zien. Aan de andere zijde zijn honden afgebeeld. Een algemeen symbool van trouw aan het geloof.






De evangeliekant laat een engel zien. Het is een symbool of aanduiding van het hemelse, het woord van God. Aan de andere zijde van de deur zijn ook honden te zien. Ook hier bedoeld als symbool van trouw.




In het hoofdkoor bevinden zich twee schilderijen, die feitelijk aan de buitenzijde van de St-Joriskerk als fresco’s waren geschilderd. Er stond een accijnshuisje aan de Langestraat tegen de kerk aan. Tijdens de sloop ontdekte men de fraaie fresco’s. Met een bepaalde werkwijze is men er in geslaagd deze over te zetten op een paneel en binnen weer op te hangen.


Ook hangt er een fresco-achtig schilderij van Sint Joris met de draak. Dit fresco, schilderij,  hing in een woning aan de Krommestraat, waar nonnen gehuisvest waren.


Verhandeling over het doxaal door K. Emmnes