JOODSE BEGRAAFPLAATSEN

Joden kennen kennen het begrip kerkhof niet. Men noemt een begraafplaats vaak Huis van de Eeuwigheid, in het Hebreeuws Beth Olam, ofwel Huis van de Levenden, Beth Hachajiem. Een van de eerste plichten van een Joodse gemeente is het inrichten van een begraafplaats.




3. Sefardische begraafplaats
De Portugese Joodse gemeente kocht in 1670 grond bij de Bloemendalse Buitenpoort aan de Oostzijde. Deze begraafplaats is tijdens de Tweede Wereldoorlog geruimd voor loopgraven en schootsveld in de Grebbelinie. Bij opgravingen in 2005 zijn vijf skeletten met alleen de bovenkant en vijf skeletten met alleen de onderkant gevonden. Eigenlijk mag een Joodse begraafplaats niet geruimd worden tenzij op last van de overheid om zwaarwegende redenen.
Er zijn in totaal 16 graven gevonden en een grafsteen. De gemeente is van plan om er vijftien stenen bij te laten maken en zo weer de begraafplaats te herstellen. De Sefardische Joden hebben, om in Spanje niet op te vallen, net als de christenen de stenen plat op het graf gelegd. Alle stenen liggen in de richting van Jeruzalem.


4. Asjkenazische begraafplaats

In 1699 verzochten de Asjkenazische Joden ook om een plek voor hun begraafplaats. Zij kregen een stuk aan de andere kant van de Bloemendalse Poort. Dit is een afgesloten begraafplaats die in gebruik is geweest tot 1873. Hier liggen onder andere Jonas Cohen, Abraham Italiaander en de beminde opperrabbijn Leib Schaap begraven. Bij de Asjkenazische Joden staat de steen rechtop omdat er gezegd is: Wajakem, wat ‘Hij richtte op’ betekent. Afbeeldingen op de stenen: Twee gespreide handen - kohen (priester); kan met bord - helper van de priester (leviet); een kistje met toebehoren - moheel (besnijder).


Sinds 1873 worden Joden begraven op de begraafplaats aan de Soesterweg.


Bloemendalsbuitenpoort

stenenarchief