Schuikerken en gewetensvrijheid
In de nacht van Witte Donderdag op Goede Vrijdag 1715 brandde het schuilkerkje van St. Franciscus Xaverius achter de St. Aegtenkapel geheel af. Er moest tot de bouw van een nieuw worden overgegaan, dat aan de Oostzijde van de pastorie kwam en in 1716 werd voltooid. Tot dusver had het kerkje westelijk van de pastorie gestaan achter de St. Aegtenkapel. Het kan van de straat af niet gezien worden en de toegang was vanaf de wal door het z.g. Papenlaantje. Langs een trap, die in 1842 is weggebroken, en papentrap of munnikentrap werd geheten, daalde men van de wal af in het Papenlaantje. Na de dood van pastoor Janssens kwam in 1720 Herman van den Clooster, die ruim veertig jaren pastoor op 't Zand is geweest.
Op 18 juli 1762 stierf pater Van den Clooster. De volgende dag kwam de Schout der stad Joost Taets van Amerongen aan pater Bequart, kapelaan van de overledene aanzeggen dat hij moest vertrekken. De Staten van Utrecht hadden besloten geen jezuïeten meer toe te laten. Pater Bequart vertrok daags daarna. Hij ging de pastorie uit, langs het Papenlaantje, de wal op en verliet zo de stad.
Gewetensvrijheid
In Nederland werd de vrijheid om op godsdienstig gebied te denken wat men wil reeds in 1579 in artikel 13 van de Unie van Utrecht erkend. Het was echter enkel voor gereformeerden toegestaan om een openbare eredienst te houden. Een beperkte godsdienstvrijheid kwam er in 1796, toen Kerk en staat werden gescheiden. De Grondwet van 1848 bracht reeds een verregaande godsdienstvrijheid.
In artikel 6 van de Nederlandse grondwet wordt het recht op vrijheid van godsdienst als volgt geformuleerd:
Tot 1983 kende Nederland het processieverbod gericht tegen katholieke processies: openbare godsdienstoefeningen waren vrij in gebouwen en op besloten plaatsen maar daarbuiten werd het plaatselijke overheden mogelijk gemaakt in delen van het land waar katholieke processies tot 1848 niet gebruikelijk waren, die processies te verhinderen. Mede onder invloed van de Europese Conventie tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (1950)[2] veranderden de inzichten en werd het processieverbod in 1983 verwijderd uit de Nederlandse Grondwet.
Bronnen: Flehite 2003 pg 130, De Jezuïeten (Jonathan Wright), Dagboek van Frans Zand
Van Schuilkerk tot waterstaatskerk