ST. Franciscus Xaveriuskerk; ’t Zand 29
Aan het eind van de 17e eeuw stond achter de St. Aegtenkapel een schuilkerk. Na een brand in 1715 verrees een nieuw gebouw op de huidige plek. In 1816 werd het huidige kerkgebouw ontworpen door architect F. Wittenberg. Het is een van de eerste neoclassicistische kerken in Nederland. Ook deze kerk ontstond nadat het de rooms-
In feite is dit kerkgebouw een ‘waterstaatskerk avant la lettre’. Want pas acht jaar nadat de kerk gereed was besloot koning Willem I in 1824 dat kerken voortaan alleen nog maar met goedkeuring van de ingenieurs van Waterstaat mochten worden gebouwd. Vandaar dat dit type kerken vaak met de term ‘waterstaatskerk’ wordt aangeduid. De bouwstijl herkent men aan de verwijzingen naar Griekse tempels. Op de kroonlijst staat in goud de tekst: ‘Soli Deo Gloria’, een door de Jezuïeten veel gebruikte spreuk.
De voorgevel is van baksteen, evenals de pilasters, die bepleisterd zijn en daardoor echt en massief lijken. Boven de hoge gotische ramen zijn guirlandes aangebracht en aan weerszijden van de hardstenen trap naar de massieve deuren bevinden zich aan de gevel smeedijzeren lantaarns. Hoog aan de buitengevel onder het timpaan staat in gouden letters ‘Soli Deo Gloria’ (alleen aan God alle eer), een door de Jezuïeten veel gebruikte spreuk. Geheel boven is een kleine zeskantige toren waarin twee klokken, die in 1946 in de plaats zijn gekomen van de oude, die in de tweede wereldoorlog door de Duitsers in beslag waren genomen.
De kerk zelf is een neoclassicistische hallenkerk, die in 1815 -
De parochie
In de 17e eeuw was het voor de rooms-
geboren, de statie van de H. Franciscus Xaverius stichtte. In 1652 werd een kapel aan de heilige gewijd, maar deze werd in 1665 afgebroken. Korte tijd later werd naast of achter de St. Aegtenkapel een kleine kerk in gebruik genomen, welke in de vroege ochtend van Goede Vrijdag 1715 afbrandde. Vervolgens werd in 1817 een nieuwe kerk gebouwd aan ’t Zand, een gedempte stadsgracht, die jarenlang niet werd geplaveid, vandaar de naam. Gedurende vele jaren, van 1974 tot januari 1993 werden regelmatig televisie-
Rorate coeli
Bij het betreden van de kerk ziet u een vloersculptuur, vervaardigd door Jerôme Symons. Dit mozaïek is aangebracht in 1995 naar aanleiding van het 175-
Het priesterkoor
Het houten hoofdaltaar was al in gebruik vóór 1816. Aandacht verdienen de beelden van Jezus en Sint Jan als kinderen. Na de vergroting van de kerk in 1852 moesten drie altaren met beelden worden vervaardigd en de communiebank verlengd. Helaas is niet duidelijk wat toen precies de opdracht was en wat al bestond. Wel is bekend, dat het halfronde retabel, de beide zijaltaren en de kruisgroep toen door L. Venema zijn vervaardigd.
De beelden van St. Aloysius, Franciscus Xaverius, Agatha en Stanislaus stammen uit een vroegere periode. De drie mannelijke heiligen zijn kenmerkend voor de Jezuïetenorde. Het beeld van St. Agatha is een herinnering aan het grote middeleeuwse St. Aagtenklooster, waarvan de kapel nog steeds bestaat.
Boven de kruisgroep is een beeld van een vrouw met kruis en beker: het symbool van de kerk. Aan weerszijden in de medaillons Petrus en Paulus als zuilen van de kerk. In 1855 is begonnen met het in polychroom schilderen van het priesterkoor en de zijaltaren van welke laatste de wanden van marmer lijken, maar die geschilderd zijn: stucmarmer.
De halfronde koepel is versierd in stucwerk met engelenkopjes en stralen. Het aantal grote en kleine engelen bedraagt 50. Boven de sacristiedeuren zijn twee nissen. Deze waren jarenlang afgesloten geweest met schilderijen. Nu worden ze benut voor de beelden van het H. Hart en O.L. Vrouw van het H. Hart. Deze beelden zijn weer teruggebracht in hun oorspronkelijke kleuren. De altaartafel, eertijds een deel van de communiebank, is versierd met symbolen van brood en wijn, korenaren en druiventrossen.
De zijgevels
Oorspronkelijk waren de ramen spitsboogvensters, zoals in de voorgevel. In 1951 werden deze vervangen door halfronde ramen die beter bij het priesterkoor pasten. De gele glas-
In de kerk staat een klein Middeleeuws eikenhouten Mariabeeldje met het kind op de rechterarm, een grotere kopie van het oorspronkelijke beeldje van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort, dat zich bevindt in de Oud-
Binnen tegen de voorgevel zijn twee tribunes. Op de bovenste bevindt zich het Bätz-
Vóór in de kerk staat het kleine De Graaf-