Opstand in Kamp Zeist
Het leven van het merendeel van de geïnterneerden in de kampen was nogal eentonig. Buiten het contact dat een aantal van hen had met familie, waren er nauwelijks mogelijkheden tot wat afleiding. De soldij bedroeg 10 cent per dag, maar in de kantine werden hoge bedragen gevraagd voor een glas bier of een versnapering. Een glas bier kostte 7 cent, een broodje kaas ook. Dat was meer dan in de Amersfoortse cafés werd gevraagd. De ergernis daarover was de beruchte druppel die de emmer deed overlopen. Op 2 december 1914 brak in Kamp Zeist een opstand uit.
Een Belgische vrouw had burgerkleren onder haar rokken verstopt om drie soldaten te helpen ontsnappen. Toen bewakers hen bij het verkleden betrapte werden ze ingerekend, hetgeen de andere geïnterneerden tot razernij bracht. Ze eisten vrijlating van de drie. Maar de bewakers wisten hen onder controle te houden. Na het avondeten viel de elektriciteit uit en daardoor ontstond er opnieuw opwinding in het kamp. Weer werd de vrijlating van ‘de drie’ geëist. Vervolgens werd de kantine vernield, ramen stukgegooid, deuren ingetrapt en voorraden weggesleept Met schoten in de lucht wisten de bewakers de geïnterneerden te bewegen naar hun slaapplaatsen te gaan.
Maar de volgende ochtend begon het opnieuw. De Belgen gooide met stenen en joelden tegen de Hollandse bewakers: ‘Duitse spionnen’. ‘kaaskoppen’. Ze kregen opdracht te stoppen met schelden en stenen gooien. Toen dat niets opleverde werd het commando ‘geef acht: met standvisier’ gegeven. Dat maakte indruk, de Belgen stoven uit elkaar met geheven handen, ondertussen roepend: ‘Schiet maar, Kwatta-
Bron: Amersfoort zoals het was deel 4
Opstand in Kamp Zeist (YouTube)