Jacob van Deventers Werkwijze

Jacob van Deventer (Kampen, ca. 1505 - Keulen, 1575) was een Nederlandse cartograaf.

Minutenkaart van Amersfoort 1570

De voorbereiding
De plattegronden werden gemaakt door een meetkundig stramien te vervaardigen, waarbij de gegevens waarschijnlijk vastgelegd werden op meetschetsen, gebouwschetsen e.d. Het meten gebeurde door rechte ‘lijnstukken’ af te  stappen en op de knikpunten de richting te bepalen met behulp van een kompas met visier. Deze ‘lijnstukken’ zijn op de kaarten herkenbaar als stippellijnen.Aan dit stramien werden de belangrijk geachte details toegevoegd als stadspoorten, muurtorens, kerken en kloosters, pleinen en bruggen. Van dergelijke meetschetsen zijn  echter geen exemplaren bewaard gebleven.

De Minuutkaarten
Met behulp van de schetsen maakte Van Deventer een uitgewerkte plattegrond van de stad en de nabije omgeving: De minuutkaart, ook wel het carton genoemd. Van Deventer begon waarschijnlijk met het vastleggen van de grachten en de muren van de stadsverdediging. Daarna werd óf de binnenstad en vervolgens het buitengebied gekarteerd, óf omgekeerd. Kerken, kapellen en gebouwen werden min of meer schetsmatig, maar wel met individuele kenmerken weergegeven. Van Kloosters werd over het algemeen alleen de kapel als symbool weergegeven, met een kleine torenspits midden op het zadeldak. Daarbij is de oriëntatie van de kloosterkapellen niet altijd correct, omdat vooral de locatie van de gebouwen belangrijk was. Van Deventer tekende de gebouwen feitelijk in een wat primitieve vorm van isometrische projectie.

Het overzetten van van de gegevens gebeurde door naaldkrassen en het prikken van vrij grote en onregelmatige gevormde gaatjes, de zogenaamde ‘meetpunten’. Daarnaast bevatten de minuutkaarten veel kleine prikpunten. Ambivalent is dat de meetpunten, niet alleen op de minuten, maar ook op de netkaarten herkenbaar zijn als dikkere stippen op bijvoorbeeld kruisingen van straten en wegen. Op de minuten zou dan sprake zijn van zowel de ‘vrij grote onregelmatige gaatjes’ als van de ‘dikkere stippen’. Het komt er op neer dat de randen van de meetpuntgaten van donkere inkt zijn voorzien.

De netkaart van Amersfoort
Deze bestaat uit een
hoodkaart en aan de linkerzijde daarvan toegevoegde bijkaart, die beide op een schaal van 1:8000 zijn getekend. In zijn dissertatie wijst Rutte op het belang en de nauwkeurigheid van Van Deventers plattegronden, maar ook Simon-Forster & Bongers stelden al vast dat de plattegrond van Amersfoort ‘qua oriëntatie en afstandmeting absoluut genomen, en zeker voor de 16e eeuw, van goede kwaliteit’ is en de basis vormde van latere plattegronden. Ook Hovy stelt dat de plattegrond tot begin 19e eeuw niet meer is geëvenaard, laat staan overtroffen. Dit is niet helemaal juist, omdat de ontwerptekeningen voor een ‘modernisering’ van de tweede verdediging van Adriaan van Alckmaar uit 1594 de nauwkeurigheid van Van Deventer zelfs overtreffen, maar uitsluitend wat inmeting betreft van de verdedigingswerken.

Qua gedetailleerdheid winnen de minuutkaarten het echter van de netkaarten. Daarop zijn inderdaad meer en realistischer details te zien dan op de netkaarten, waar gebouwen meer als symbool zijn weergegeven. Daarom moeten de minuutkaarten dan ook als belangrijkste bron gezien worden.

Enkele bijzondere elementen bij Van Deventer

Uit: Flehite Historisch Jaarboek 2004 blz. 94-96  door J.-M.A.W. Morel