De Heksenhoed

Een van de meest stereotype accessoires van de heks is wel de heksenhoed.  Maar waarom dragen heksen die hoed? Waar komt dit gebruik vandaan? Heeft het nog een diepere betekenis?

Door de eeuwen heen zijn punthoeden in gebruik geweest door verschillende persoonlijkheden.

De oudst bekende punthoed is gemaakt van goud. In eerste instantie dacht men te maken te hebben met een rituele vaas, maar de resten leer en wol die de binnenkant van het object bekleedde gecombineerd met de diameter van de opening deed hun besluiten dat het om een ceremonieel hoofddeksel zou moeten gaan. Over de herkomst tast men nog in de duisternis, maar het object is gedateerd als zijnde uit de 14de of 13de eeuw voor onze jaartelling!

De zogenaamde Flamen waren priesters in het vroeg Romeinse rijk die hun leven wijdde aan een enkele God of Godin. Zij droegen een typisch gewaad waar de Apex, een hoofddeksel met een olijfhouten punt en een rand van wol, een onderdeel van was. In de vroege middeleeuwen waren punthoeden in de mode. Voorbeelden hiervan zijn de Hennin, een punthoed met een sluier aan de punt bevestigd, en de Copataine, die door een sluier onder de kin op zijn plaats werd gehouden. Zij werden gedragen door vrouwen in hogere standen. In de 16de en 17de eeuw was de punthoed een vaak geziene dracht bij het gewone Engelse volk. Een mooi voorbeeld is de hoed van Robin Hood. Ook toen verdween het uiteindelijk uit het modebeeld maar bleef het langst in gebruik in agrarische gebieden.


Een opvallende betekenis van de punthoed werd gegeven door de filosoof John Duns Scotes, geboren in 1266 te Duns, Schotland. Hij gaf lessen aan de universiteit van o.a. Oxford

en Cambridge. Hij stond bekend om zijn verschillende theorieën omtrent het leerproces. Een daarvan was dat het dragen van een punthoed het leren zou verbeteren. De apex werd door hem gezien als een kanaal waardoor kennis in de gedachte van de drager werd geleid. John Duns’ theorieën bleven populair tot de 16de eeuw toen Humanistische visies de overhand kregen. Zij gingen er vanuit dat het leren moest komen uit een innerlijke motivatie. Vanaf die tijd werd de Dunce cap ingezet als symbool van domheid en zo hoopte men dat door de vernedering de leerling zich beter in zou zetten.


Geen van bovenstaande verhalen vormen een direct bewijs van de afkomst van de heksenhoed. Sterker nog, de eerste houtsneden van heksen laten in het geheel geen punthoeden zien, maar de toen geldende haardracht. Het is waarschijnlijker dat de punthoed door de media aan de heks is gegeven, ieder met zijn eigen invulling, maar hoogstwaarschijnlijk om haar belachelijk te maken.


Met het ontstaan van de huidige hekserijstroming, die zijn wortels heeft in de vijftiger jaren, werd de heksenhoed in ere hersteld. Doreen Valliente noemde de heksenhoed als een visuele representatie van de kegel van kracht welke heksen oproepen tijdens hun rituelen middels zang, dans en concentratie. De kegel dient als drijfkracht om de wil te sturen naar een doel.  De rand zou de coven symboliseren.

De gouden hoed

De bashlyk zoals gedragen door de Russiche militairen in het begin van de 19de eeuw.

De hennin, tantour of copataine werd gedragen door de vrouw van stand in de middeleeuwen.

De Frygische muts komt van oorsprong uit klein Azie. Door de eeuwen heen was het een symbool voor vrijheid. Nu zien we de muts nog terug bij de smurfen.

De dunce cap.

De capouchon zoals gedragen door de Cajuns tijdens Mardi Gras.

De pileum cornutum ofwel gehoornde hoed is de voorloper van het keppeltje wat gedragen wordt door de joden.


Uit: Ezinenieuwemaan

Heksenwoordenboek

Puntmuts, naaldspits