Rode-groene luiken in de 16e en 17 eeuw in Amersfoort


Het zal weinig mensen opvallen dat de oude 17e-eeuwse woningen in de binnenstad van Amersfoort vaak luiken aan hun voorgevel hebben in twee verschillende kleuren. De binnenkant van de luiken is geschilderd in 'ossenbloed rood', terwijl de buitenkant een donker 'Spaans groen' heeft. Maar wat is het verhaal erachter?


In het begin van de 17e eeuw begon men met het schilderen van luiken en ander houtwerk. Dit kwam doordat eikenhout, dat duurzaam was, schaarser en duurder werd. Om kosten te besparen begon men grenenhout uit Scandinavië te importeren, maar dat was minder bestand tegen weersinvloeden en moest daarom behandeld worden.


Om verf te maken, was een bindmiddel nodig voor een goede hechting op de ondergrond, zoals lijnolie. Maar dit was erg kostbaar. Veel goedkoper waren dierlijke bindmiddelen zoals eiwit, eigeel, melk (caseïne) en bloed.


Gestold, ingedikt ossenbloed was voorhanden en het meest betaalbaar, omdat er regelmatig ossen geslacht werden in Amersfoort.


Bloed, vooral ossenbloed, had het voordeel dat de bloedplaatjes tijdens het drogen stevig aan elkaar hechtte, waardoor het een beschermende laag vormde voor het hout.

Echter, bloed droogt donkerbruin, bijna zwart op. Om de verf wat kleur te geven, werd aan het bloed het pigment 'dodekop' toegevoegd. Dodekop (caput mortuum) is een donkerrode ijzeroxide, een bijproduct bij de productie van zwavelzuur. De combinatie staat bekend als het bekende 'ossenbloedrood'.


De ongebruikelijke naam van het pigment stamt af van de alchemisten, die het bijproduct van de zwavelzuurproductie 'dode kop' (caput mortuum) noemden omdat de paarsbruine kleur sterk deed denken aan gestold bloed van onthoofde personen op het schavot.


Dodekop-pigment is ook geschikt om kalk-stucwerk op gevels te kleuren.


Dat is de herkomst van de rode kleur aan de binnenkant van de luiken. De herkomst van het groen aan de buitenkant en op de deuren heeft een heel ander verhaal.


In de 17e eeuw was de donkergroene kleur voorbehouden aan de meer welgestelde inwoners van Amersfoort, omdat het werd gemaakt met het veel kostbaardere bindmiddel lijnolie.


Spaans groen, ook wel Groen van Verona (verdigris) genoemd, is een groen pigment dat ontstaat door de corrosie van koper. Koperen platen werden in baden met wijnresten gelegd. Door het zuur oxideren de koperen platen, en de groene kristalachtige oxiden die hierdoor ontstaan, werden van de platen geschraapt en als pigment toegevoegd aan de dure lijnolie.


Spaans groen wordt na verloop van tijd steeds donkerder door oxidatie, wat resulteert in een mooie diepgroene kleur. Een bijkomend voordeel is dat het houtwerk door de giftigheid van het kopergroen uitstekend beschermd is tegen weersinvloeden, insecten en rotting.






Het werd zo gebruikelijk in de 17e eeuw

om luiken in Amersfoort rood-groen te schilderen dat zelfs bouwmeester

Jacob van Campen de luiken van paleis Noordeinde in Den Haag ook rood-groen

Liet schilderen, zoals nu nog steeds

te zien is.