Rode en groene pigmenten in de 16e en 17 eeuw


In de 16e en 17e eeuw werden verschillende rode pigmenten gebruikt in de schilderkunst. Enkele van de meest prominente rode pigmenten die in die periode werden gebruikt, zijn onder andere:


Karmijn: Karmijnrood is een helder rood pigment dat werd verkregen uit de gedroogde en vermalen cochenilleluis, een insect dat voornamelijk in Midden- en Zuid-Amerika werd gevonden. Dit pigment was erg kostbaar en werd vaak gebruikt voor schilderijen van hoge kwaliteit.

Karmijn schijnt al bekend te zijn geweest bij de Inca's en de Azteken. De Spaanse conquistador Hernán Cortés nam de stof waarschijnlijk mee naar Europa, maar deze werd voor het eerst beschreven door Mathioli in 1549.


Vermiljoen: Vermiljoen is een helder rood pigment dat vaak werd gebruikt in de 17e eeuw. Het werd oorspronkelijk gewonnen uit cinnaber, een natuurlijk mineraal, maar later werd het ook synthetisch geproduceerd. Het staat bekend om zijn dieprode kleur en duurzaamheid.


Loodtinoxide (minium): Dit pigment, ook wel bekend als "minium" of "oranje lood," werd gebruikt om een scala aan roodtinten te creëren, van helder rood tot diep oranje. Het was populair bij kunstenaars in de 17e eeuw, maar het is nu bekend dat loodhoudende pigmenten giftig zijn.


Madder Lake: Madder Lake is een rood pigment dat werd gemaakt van de wortels van de meekrapplant. Het was een veelgebruikt rood pigment in de 16e en 17e eeuw en had verschillende nuances, afhankelijk van de productiemethode.


Brazilwood: Brazilwood is een houtsoort die werd gebruikt om rode kleurstoffen te produceren, die soms werden omgezet in pigmenten. Het leverde een reeks roodtinten op, van lichtroze tot diep rood.


De beschikbaarheid en het gebruik van deze rode pigmenten varieerden in verschillende regio's en periodes, en sommige pigmenten waren kostbaarder en zeldzamer dan andere. Kunstenaars gebruikten vaak combinaties van deze pigmenten om de gewenste rode tinten en nuances in hun schilderijen te bereiken.


In de 16e en 17e eeuw werden verschillende groene pigmenten gebruikt in de schilderkunst. Enkele van de meest voorkomende groene pigmenten uit die periode zijn:


Smaragdgroen (Emerald Green): Smaragdgroen is een helder groen pigment dat werd gemaakt van het mineraal arseenkoperacetaat. Dit pigment was populair in de 19e eeuw, maar werd in de loop van de tijd als giftig beschouwd en is niet langer in gebruik.


Scheele's Groen: Scheele's Groen is een ander groen pigment dat arseen bevatte en in de 18e en 19e eeuw populair was. Het was genoemd naar de Zweedse chemicus Carl Wilhelm Scheele. Ook dit pigment wordt als giftig beschouwd en is niet meer in gebruik.


Groen van Verona (Verdigris): Groen van Verona is een groen pigment dat ontstond door de corrosie van koper. Het ontstond wanneer koperen oppervlakken werden blootgesteld aan zuren en vochtigheid. Kunstenaars verzamelden dit pigment vaak van oude koperen munten of voorwerpen. Het werd gebruikt voor het maken van groene verf, maar het had de neiging om na verloop van tijd donkerder te worden en te oxideren.


Terre Verte: Terre Verte, letterlijk "groene aarde" in het Frans, is een groen pigment dat wordt gewonnen uit natuurlijke klei. Het was een van de oudste groene pigmenten die werden gebruikt en had een aardachtige groene kleur.


Malachiet: Malachiet is een mineraal dat groen van kleur is en soms werd vermalen tot pigment. Het werd ook vaak gebruikt voor schilderijen en decoratieve toepassingen.

Het gebruik van deze groene pigmenten varieerde in de loop van de tijd en van plaats tot plaats. Sommige van deze pigmenten, zoals smaragdgroen en Scheele's groen, werden later als giftig beschouwd en raakten in onbruik. Moderne kunstenaars maken gebruik van veiligere synthetische groene pigmenten voor hun schilderijen.


Het gebruik van bloed, inclusief dierenbloed zoals ossenbloed, als verf is niet praktisch vanwege verschillende technische en duurzaamheidskwesties. Bloed is biologisch materiaal dat snel bederft en gevoelig is voor verval en geurproblemen. Het zou ook niet erg geschikt zijn als pigment voor het verven van hout, omdat het niet de duurzaamheid en hechtingseigenschappen heeft die nodig zijn om een goede verflaag op hout te creëren.



Ossenbloed rood is geen pigment maar de naam van een tot de verbeelding sprekende kleur uit het pigment dode kop (latijn: caput mortuum).


De ongebruikelijke naam van het pigment gaat terug naar de alchemisten in de 17de eeuw die het bijproduct van de zwavelzuur productie dode kop (caput mortuum) noemden. Omdat de paarsbruine kleur van de caput mortuum zou moeten doen denken aan het gestolde bloed van de onthoofden op het schavot.


Dode kop pigment is uitermate geschikt om te gebruiken i.c.m. kalk(verf).


De meeste ijzeroxiden zijn zeer weerbestendig. Natuurlijke ijzeroxiden zijn alkali en UV-bestendig en kunnen daarom ook worden gebruikt voor het kleuren van beton en in fresco-technieken.


Ossenbloed, ook wel dodekop of caput mortuum genaamd, is een donkerrood pigment op basis van ijzeroxiden, dat veel werd en wordt toegepast op historische gebouwen. Ook ijzermenie bevat dit pigment. Ook in olieverfschilderijen wordt het gebruikt.


De naam van de kleur is verwarrend: er wordt weleens verondersteld dat gebouwen in het verleden daadwerkelijk met het bloed van runderen werden geconserveerd. Het is echter een variant van een ijzeroxidepigment, waartoe bijvoorbeeld ook de rode oker behoort. De naam van het pigment komt voort uit de alchemie. Een bekend in ossenbloed geverfd voorbeeld is de gotische Sint-Janskerk in Maastricht. De meeste metrostations in Londen van de Britse architect Leslie Green (1875-1908) zijn voorzien van ossenbloedkleurige gevels.


In de middeleeuwen werd echt ossenbloed gebruikt als bindmiddel voor verf, het gebruik van bloed en dan met name  de bloedplaatjes maakte dat de verf beter hechtte en zo het hout kon beschermen. Elke verf heeft twee belangrijke bestanddelen; het pigment en het bindmiddel. Een pigment is een  poedervormige stof die kleur geeft aan de verf.  Het bindmiddel zorgt ervoor dat de pigmentdeeltjes aan elkaar en aan de ondergrond hechten.


De verfkleur ‘ossenbloedrood’ komt nog steeds veel voor 
in Drenthe. De typische, roodbruine verf wordt zowel voor 
luiken en deuren als voor plafondbalken en zelfs meubelen gebruikt. Waar de intrigerende naam precies vandaan komt, is onduidelijk. Verschillende bronnen melden dat er in de middeleeuwen echt ossenbloed op kozijnen en luiken werd gesmeerd. Het bloed fungeerde in die tijd als bindmiddel en niet als kleur; het goedje droogde namelijk bruinzwart op. De bloedplaatjes hechtten zich tijdens het opdrogen stevig aan elkaar en vormden zo een beschermende laag voor het hout. Vanaf de vijftiende eeuw is er sprake van een verfkleur met de naam ‘Ossenbloed’. Deze bestond voornamelijk uit ‘dodekop’, een pigment dat als bijproduct bij de bereiding 
van zwavelzuur vrijkwam. Overigens dankt het pigment 
zijn lugubere naam vermoedelijk aan de vorm van de ketel waarin het werd gemaakt: een soort doodshoofd. Hetzelfde pigment komt ook voor in de klassieke ijzermenie. Vooral in de oostelijke grensstreken ontstond een roodbruine verf op basis van gemalen moerasijzererts (bonis) en biest, de eerste melk na het kalveren. Het hoge eiwitgehalte in de biest maakte de verf zeer kleverig. Dit eenvoudig te maken goedje werd eveneens ‘Ossenbloed’ genoemd en was zeer duurzaam. Een laagje ging soms een mensenleven mee. Het werd niet alleen gebruikt voor balken, kozijnen, deuren en luiken buitenshuis, maar ook voor kasten en kisten in het interieur. De huidige verf met de naam ‘Ossenbloedrood’ wordt met bijvoorbeeld rode okersoorten of ijzeroxiderood op kleur gebracht.


Historisch kleurgebruik   (Agriwiki)

Bij een goede restauratie is een op de historie gebaseerde kleurkeuze belangrijk. Om het historisch kleurgebruik te begrijpen, is kennis over de belangrijkste historische pigmenten nodig. Ossenbloed is geen pigment, maar een naam van een kleur. Ossenbloed is een naam die tot de verbeelding spreekt en veel vragen oproept. Verschillende bronnen melden dat in de Middeleeuwen ossenbloed op de kozijnen en luiken gesmeerd werd. Dit was in de tijd dat lijnolieverven nog niet werden gebruikt voor vensters. Het ossenbloed had vooral de functie van bindmiddel. Ossenbloed droogt bruinzwart op, net als een wondkorstje. Door de opgedroogde bloedplaatjes, die aan elkaar hechten, werd het hout beschermd. Tegenwoordig wordt er onder de naam ossenbloed een roodbruine kleurgroep verstaan. Wanneer de benaming ossenbloed voor deze kleurgroep in zwang is gekomen, is niet helemaal duidelijk. Om deze kleurgroep te maken kunnen diverse rode okers of ijzeroxiderood gebruikt worden.


Ossenbloed, ossebloed, dodekop, Spaans rood of caput mortuum is een donkerrood pigment op basis van ijzeroxide (Fe2O3, colcothar), dat veel wordt toegepast op historische gebouwen en dan met name op hout. Ook klassieke ijzermenie bevat dit pigment.

Dat betekent vooral niet dat gebouwen in het verleden daadwerkelijk met het bloed van runderen werden geconserveerd.


Bonnis

Gebruik op hout is waarschijnlijk de oudste toepassing van de donkerrode kleur, vooral in het gedeelte van de Achterhoek dat tegen Duitsland aan ligt. Het is geen verf of carboleum of iets dergelijks, maar "bonnis". Dat werd gemaakt van fijngemalen moerasijzererts dat uit het veen of moeras gehaald werd (dit ijzererts is aanzienlijk jonger dan wat voor de ijzerindustrie gebruikt wordt). Het werd gemengd met de eerste melk, de biest van een koe die pas gekalfd had. Deze melk is door zijn hoge eiwitgehalte erg kleverig (caseïne). Het door de bewerking ontstane bonnis was van hoge kwaliteit, het hout werd er langdurig door beschermd tegen weersinvloeden. Ook werd het binnenshuis voor balken en zelfs voor kasten gebruikt.


We moeten vaststellen dat de rode kleur van de Sint Janstoren kunstmatig is, maar intussen wel de gewenste beschermende werking heeft. Een beetje geraffineerd mengen zou de kleur kunnen verbeteren. Zolang zonlicht geen toegang krijgt tot het kleuroppervlak is de kleur misschien verantwoord. Maar zoals zo vaak is een doorleefde kleur, die aan een aantal jaren ‘weer en wind’ blootgesteld is geweest, acceptabeler voor het oudheidsbesef. Hoe vond u de schilderingen van de Sixtijnse kapel na de restauratie? Heeft u niet stiekem gedacht dat ze het beter hadden gelaten?

Zie ook de bijdrage van Sjef en vooral wat mw. Evers over de rode kleur zegt:


Falurood (Zweeds: faluröd) een meer specifieke aanduiding van Zweeds rood is de kleur van een pigment dat wordt toegepast in verf die heel vaak op huizen in Zweden te vinden is. De naam komt van de typische kleur in de kopermijnen bij de Zweedse stad Falun. De kleur wordt vaak omschreven als een vorm van donkerrood en heeft een bijzondere uitstraling (zogenaamde changeant effect) bij variërende lichtinval. De zogenaamde Zweeds slamfärg of Zweeds rödfärg wordt traditioneel gebruikt voor hout omdat het erts nog andere conserverende componenten bezit.


De kleur wordt bijzonder veel gebruikt in Zweden alsook in Finland en Noorwegen waarbij de kleur licht varieert doordat de brandtechniek iets is gewijzigd of andere pigmentgrondstoffen zijn gebruikt. In Noorwegen is het rood iets feller, in Finland iets meer oranje. Het Finse woord voor deze verf is Punamulta (rode modder) of Punamaali (rode verf). Ook in Noord-Duitsland, waar Zweden lange tijd Voor-Pommeren (Stralsund) bezat, en de Baltische staten die vanouds onder Zweedse invloed stonden, komt de kleur veel voor.


Al sinds 1255 wordt dit pigment gewonnen uit ertsafval (Zweeds: slam) en gebruikt in Dalarna. In de 16e eeuw werd de kleur gebruikt om huizen mee te verven doordat koning Johan III van Zweden deze mode introduceerde, eerst alleen bij de rijken, maar pas vanaf 1800 sloeg de kleur ook aan bij de armen (vooral op het platteland) ook vanwege de lage kosten. Mensen met geld gingen andere kleuren gebruiken, bijvoorbeeld wit. Het rood komt van het fijngemalen afvalerts dat eerst is gebrand. De rode kleur is een vorm van ijzeroxide en is verwant aan onder andere sienna (gebrande sienna) en zogenaamd Engels rood. Hoewel walvisbloed ongetwijfeld ook gebruikt is als verdikkingsmiddel, is de oorsprong van de kleur door deze toevoeging onjuist.


Historisch kleurgebruik in Hoorn