Kabbalah Denudata


Onder invloed van de ‘Kabbalah Denudata’ van Van Helmont had Isaac Newton meer en meer een kabbalistische visie op Jezus ontwikkeld, die hem rust gaf in zijn gemengde gevoelens. Hij raakte ervan overtuigd dat het niet anders kon of Jezus moest een van die selecte rabbijnen geweest zijn die ingewijd waren in de geheime kabbala, en in nieuwe bewoordingen de oude, mystieke visie geopenbaard had aan grote groepen volgelingen. Geheel in kabbalistische traditie preekte Jezus voor het grote publiek in parabelen, een sluier die hij ophield tussen de verblindende schoonheid van de Thora en dat wat een gewoon mens kon bevatten. Tot zijn leerlingen zei hij: ‘Aan u is het gegeven de geheimen van het Rijk der Hemelen te kennen, maar als ik tot hen spreek in gelijkenissen, dan is het omdat zij, ofschoon zij ogen hebben, niet zien en ofschoon zij oren hebben, niet horen of begrijpen” Zoals ook de kabbalisten hun geheimen generaties lang mondeling overdroegen aan hun belangrijkste leerlingen. Hoe toevallig kon het zijn dat de tien begrippen. waar Jezus maar steeds opnieuw op hamerde, precies overeenkwamen met de tien sefirot, de tien eigenschappen van God die samen de kabbalistische levensboom vormden: liefde, vertrouwen, wilskracht, geloof, medeleven, gerechtigheid, schoonheid, glorie, wijsheid en begrip. En hoe toevallig was het dat Jezus’ belofte 'Als gij maar geloof hebt en niet twijfelt, dan zult gij alles verkrijgen wat gij zult vragen’ ook de levensvisie van de kabbala was?

Want ook de kabbalisten verklaarden dat wanneer iemands wilskracht en geloof onwankelbaar waren, die alles kon krijgen Wat hij wenste. Dat was wat men toveren noemde, of mirakelen. Jezus beweerde nergens dat hij de enige mens was die dit kon, maar stelde dat het in ieders vermogen lag. Omdat iedereen de zoon of dochter van God Was, net als hijzelf.

Bron: De geheime Newton