Verslag van den staat der lagere scholen in de provincie Utrecht, door den ondergeteekende bezocht in den voorzomer van 1842.


Het is thans voor de tweede maal, dat ik de lagere scholen dezer provincie bezocht heb. Het eerste bezoek had plaats in 1836 en mijn verslag deswege is van 25 Februarij 1837.

Mijn tegenwoordig verslag zal zich voornamelijk moeten bepalen tot de veranderingen, die er sedert hebben plaats gegrepen.

De provincie is onlangs in vijf schooldistricten verdeeld geworden. Bij mijn jongste bezoek bestond ze nog uit vier, districten. Ieder district was onder dezelfden schoolopziener gebleven.


DERDE DISTRICT in de provincie Utrecht bezocht door H. Wijnbeek in 1842


Schoolopziener A. G. Schluiter, stedelijk ontvanger. Deze behoort tot de vrij goede schoolopzieners. Het district strekt zich uit over de stad Amersfoort en de dorpen: Baarn, Eemnes-Binnen, Eemnes- Buiten, Soest, Zeist, De Bildt, Leusden, Maartensdijk, Renswoude, De Vuursche, Woudenberg.


Amersfoort; de Plaatselijke Schoolcommissie bestaat steeds uit kundige en het schoolwezen ijverig behartigende personen. Evenals tevoren heb ik er al de scholen bezocht. De stadsarmenschool is in allen opzigte in eenen uitmuntenden staat gebleven. Bij de Diakonieschool der Hervormden is de vorige onderwijzer J. Laan vervangen door J. Groendaal, die hem in bekwaamheid evenaart en in ligchaamskracht overtreft, zoodat hij bestand is voor het onderwijs, dat van den morgen tot den laten avond voortduurt (met eene enkele korte tusschenpoozing op den middag) bij afwisseling van klasse.

Ook bij de Roomsch Catholijke Armenschool is het personeel veranderd. De vorige vrij bekwame onderwijzer is onlangs opgevolgd door zijnen zeer geschikten ondermeester J. A. van de Velde. Er is voor deze school een nieuw, groot lokaal gebouwd, doch waarin voor de kleinen lessenaars aan hunne banken ontbreken. Die banken loopen naar achteren allengs hooger op. Bij het inkomen ontwaart men dadelijk in eene Catholijke school te zijn, door een crucifix, geplaatst tegenover den ingang. Voor de klankmethode werd hier nog gebruik gemaakt van het leesrad, door Nieuwold uitgevonden.22) Deze nieuwe onderwijzer had nog veel hier te verbeteren. Taalkunde, logische ontleding, rekenen uit het hoofd, dat alles was hier nog vreemd. Lezen en schrijven waren vrij goed. Met de aardrijkskunde van Nederland was een begin gemaakt. Daarbij gaf hij met behulp van een vergulden weerhaan op een staak onderwijs in de windstreken.

Ook in de school van het Weeshuis was een andere onderwijzer, Wouters geheeten, minder geschikt naar het mij voorkwam dan zijn voorganger, de bovengenoemde Groendaal, thans onderwijzer in de Hervormde Diaconieschool. Intusschen is hier de vermenging van Roomschen met Protestanten op den vorigen voet gebleven.


Van de scholen voor de min gegoede klasse bestaan er twee, die van Vlaming en die van Stiekel- Schoenmaker, zijnde de stadsschool van J. D. Kornmaal onlangs gesloten en de on~ derwijzer van stadswege gepensioneerd. Daarbij is niets ver loren. A. Vlaming onderwijst zelf niet meer, maar een waarnemer, J. de Koning, gebrekkig van ligchaam en niet bekwa mer dan Vlaming. Het allerslechtst lokaal is bezet met geene betere schoolmeubelen, opgepropt met kinderen van de Roomsche godsdienst. Deze inrigting is de slechtste van deze stad. Allergunstigst steekt steeds tegen laatstvermelde school af die van A. T. Stiekel-Schoenmaker. Het was als of er het onderwijs nog eenen hoogeren trap van doelmatigheid had verkregen. Het lokaal, hetwelk tevoren gebrekkig en bekrompen was, is aanmerkelijk uitgebreid.

De wel ingerigte departementsschool heeft geene verandering ondergaan.

Op de verdere scholen worden ook de hedendaagsche talen onderwezen en geschiedenis en aardrijkskunde meer opzettelijk behandeld. De school van Borst blijft uitmuntend; alleen laat de uitspraak van het Fransch nog steeds te wenschen over.

De school van zijn mededinger Zandijk moet steeds voor de laatstvorige onderdoen

De stadsfransche meisjesschool van Mevrouw Hamelberg is nog op dezelfde hoogte. In de bijzondere meisjesschool van de 2de klasse is Mejuffr. H. J. van Ruijven opgevolgd door Mejuffrouw S. P. Rouffaer, die jong, maar zeer kundig is, daarenboven beschaafd en zachtzinnig in haar omgang met hare leerlingen, wier getal 16 bedroeg. Hare uitspraak van het Fransch en het Engelsch is zuiver, de taalregels worden grondig, geschiedenis en aardrijkskunde voldoende door haar onderwezen. Een schoolonderwijzer komt er op den middag onderwijs geven in schrijven en rekenen. Het lokaal is groot en de tafels naar behooren. Zij verlangde ook kostdiscipelen en scheen mij aanbevelenswaardig daarvoor toe.


De school van de geestelijke zusters Kisters heb ik trachten te bezoeken. De voornaamste dier dames kwam te voorschijn. Het was half twaalf vóór den middag. Zij gaf voor, dat het etenstijd was, beweerde dat hare school als eene privaat-inrigting aan geene inspectie was onderworpen. Ik beweerde het tegendeel en drong er op aan, dat de dames voor mij zouden lezen. Dit geschiedde; het was, gelijk de vorige keer, beneden het middelmatige. Het getal élèves was tot op tien gedaald. Sedert is haar vergund ook dagscholieren te houden en zoo zal zij niet meer de inspectie kunnen weigeren.

Behalve de genoemde scholen is hier voor een paar jaar opgerigt eene bijzondere bewaarschool. Een voormalige kweekeling van Prinsen bestuurt dezelve. Hij wordt geholpen door zijne vrouw. Vrolijker school heb ik nimmer bezocht. De man zingt, danst en springt met de kleinen alsof hij zelf nog kind ware. Voor de verstandsontwikkeling heeft hij allerlei nieuwigheden bedacht. De kinderen hangen hem aan en zijn nergens liever dan bij hem. Ik telde er een 60-tal. De schoolzaal en de speelplaats lieten veel te wenschen over. Doch de school brengt te weinig op om aan dat materieel veel te verbeteren.


Gemeentescholen.

Behalve de tevoren door mij bezochte scholen heb ik er nog verscheidene geïnspecteerd. De tevoren bezochte scholen zijn die te:

Baarn; hier is de tweeledige inrigting, die van dorps- en van kostschool van J. A. van Dapperen, kweekeling van Prinsen, even doeltreffend als tevoren. Het getal kostdiscipelen was tot 30 geklommen, zooveel als er konden geborgen worden.

Eemnes-binnen; de weduwe Huidekoper 23) zorgt hier voortdurend voor het onderwijs der kinderen van behoeftigen. Doch over het onderwijs van G. van Markestein was ik niet meer tevreden dan tevoren.

Te Eemnes-buiten daarentegen was ik wederom zeer tevreden over den staat van het onderwijs van N. Koning. Jammer, dat de milddadigheid der Weduwe Huidekoper zich niet uitstrekt tot dit dorp. Vele armen zijn er van het schoolonderwijs verstoken.

Soest; hier vond ik het lokaal nog even bekrompen als tevoren. De burgemeester is gezind het te vergrooten, doch wil er uit zuinigheid den ongepaster. vorm van eenen winkelhaak aan geven. De Raad verlangt een nieuw, groot lokaal., De vorige, grijze Haks is vervangen door E. De Jong, voor malig ondermeester der stadsschool in de Assendelftsstraat s-Gravenhage. Hij heeft veel goeds van die school in de zijne overgebragt, zooals de klankmethode, een goeden leestoon, de rede- en taalkundige ontleding, het rekenen uit het hoofd, de nieuwe schrijfwijze, het welluidend gezang, doch niet de getal- of vormleer, niet het duidelijk uitleggen van hetgeen bij het lezen uitlegging vordert, niet de orde en stilte. Er was zelfs geene tafel van werkzaamheden aanwezig.

Zeist; hier zijn nog steeds drie schoolinrigtingen: de dorpsschool en de beide Instituten van de Hernhutterse Broedergemeente, het eene voor jongens, het andere voor meisjes.

Voor de dorpsschool is, in plaats van het vorige slechte lokaal, op een afstand een zeer groot, fraai schoolgebouw gesticht, doch te hoog gewelfd en daardoor met een galmend geluid, hinderlijk voor het onderwijs. Ik had gehoopt, dat de onderwijzer S. de Meijere door de verbetering van het lokaal aangespoord, ook in zijn onderwijs eene gewenschte verbetering zou gebragt hebben. Maar hier hoorde ik nog spellen op de oude manier, stootend lezen; hier wordt geen Vaderlandsche geschiedenis, geen getal- en vormleer behandeld. Er had slechts een weinig oefening in het uit het hoofd rekenen plaats. Doch de schrijfkunst werd er des te beter beoefend. Ook hier ontbrak de tafel van werkzaamheden


In het Instituut voor jongens was de vorige directeur Trüauf opgevolgd door J. Baillard, die, evenals zijn voorganger, voorstander der Broedergemeente is. Deze brave man, welke nu onlangs overleden is, geleidde mij overal. Ik vond allerwege groote verbeteringen. Een Zwitser was belast niet het Fransch, een Engelschman, in Duitschland opgevoed, met het Engelsch en Hoogduitsch. Beiden onderwezen ook de beginselen van het Latijn. De laatste daarenboven die van het Grieksch. Zij behandelen verder ook geschiedenis en aardrijkskunde. Er heerschte thans orde en zindelijkheid. Het getal kweekelingen was 32.


Het Instituut voor meisjes beviel mij even als tevoren. Er waren ruim 40 kweekelingen.

De thans in het derde district voor het eerst bezochte scholen zijn te:

Baarn; een voor een paar jaren opgerigte school door Mejuffrouw A. G. Hoogeveen, die vroeger eene school te Tiel had. De woning is voldoende en zoo ook het schoolvertrek. Zij munt niet uit in de Fransche uitspraak, heeft voor het Engelsch en Hoogduitsch eene Duitsche dame, Hanisch ge noemd, die in Engeland is opgevoed en de beide talen zeer goed verstaat en uitspreekt. Er waren nog eerst 8 élèves, waarvan 3 in de kost, zoodat de school haar nog geen bestaan oplevert. Doch er werden nog vier kostdiscipelen verwacht.


Onder Baarn, niet ver van Eemnes-binnen heeft Mevrouw Huidekoper op eigen kosten eene bewaarschool voor kinderen van behoeftigen opgerigt in een fraai, daartoe ingerigt gebouw, met een leer- en speelzaal, een speelplaats, en voorzien van de noodige schoolmeubelen. Alles is hier voortreffelijk ingerigt. Niets ontbreekt er van hetgeen voor de verstandsontwikkeling in eene bewaarschool noodig geacht wordt. De hoofonderwijzeres Heijtema, tevoren in eene bewaarschool te Amsterdam, is zeer geschikt voor hare betrekking en volijverig. Misschien wat al te druk. De kinderen, die ‘s middags overblijven krijgen een boterham en water en melk. Er zijn ruim 80 kinderen. Van de Bijbelsche geschiedenis wordt werk gemaakt, doch niet met overdrijving.


De Bildt; hier was ik niet uitermate tevreden. Het lokaal, anders vrij goed, is laag, gedrukt, en daardoor heerscht er eene benaauwde lucht. De klankmethode was wel ingevoerd. Doch de lestoon was stooterig. De maten en gewigten stonden in eene geslotene kast en dus onttrokken aan het oog der kinderen. Deze worden echter daarmede bekend gemaakt.

Van de redekundige ontleding hoorde ik eene proef. Zij werd te ingewikkeld behandeld. Voorts beviel mij wel het uit het hoofd rekenen, het schrift en het gezang. De onderwijzer G.D. Enderlé had een ziekelijk voorkomen.


Leusden; de school is moeijelijk te vinden. Zij ligt wel een uur van de kerk, in een afgelegen gehucht, Hamersveld geheeten. Zij is de beste van het derde district. Niet omdat het onderwijs van R. J. Blom eene hooge vlugt neemt, o neen, het is zeer eenvoudig, doch omdat het oordeelkundig is ingerigt, naar de vatbaarheid der kinderen van eenvoudige landlieden. Ik vond hier iets nieuws. In plaats van den meester moesten de kinderen beurtelings op de letterkast de woorden zamenstellen. Zij deden zulks met vlugheid. Over het gelezene deed de onderwijzer zeer gepaste vragen. De moeijelijkste woorden deed hij uit het hoofd spellen. De leestoon was goed. Met rede- of taalkundige ontleding hield hij hen niet bezig, ook niet met het rekenen uit het hoofd, hetgeen ik dus heb aanbevolen. Het schrift was goed. Het lokaal is voldoende.


Maartensdijk; het lokaal is hier regt goed, ook het invallend daglicht. Voorts zijn de schoolmeubelen en het stel maten en gewigten volledig, zooals ik het in de geheele provincie niet gevonden heb. A. van der Steur is een bekwaam onderwijzer, doch moet alles alleen verrigten, daar het gemeentebestuur niet voorziet in de kosten van een onderwijzer, ja, zelfs niet in die van het onderwijs der armenkinderen, welke hier dus van het schoolonderwijs verstoken zijn. Het onderwijs is dus niet wat het zoude kunnen zijn. Er werd echter goed gelezen, een weinig uit het hoofd gerekend, doch flaauw gezongen, doordat de onderwijzer, vanwege eene zwakke borst, niet dan zachtjes het gezang durft geleiden.


Renswoude; in een even als te Maartensdijk goed lokaal vond ik in L. van Oostveen een braaf, eenvoudig, doch droog en stijf onderwijzer. De spelmethode was nog in gebruik. Er werd nogtans op goeden toon gelezen, vrij goed geschreven, goed uit het hoofd gerekend en niet alleen met de maten en gewigten, maar ook met de munten bekend gemaakt. Het gezang was schreeuwend. Des Zaturdags, nadat de kleinen en de twee Roomschen de school verlaten hebben, wordt hier in den Bijbel gelezen.


De Vuursche; hier is alles gebrekkig: het kleine, lage lokaal, de tweederlei rigting waarin de kinderen zitten, het ouderwetsch spellen; het onderwijs in het lezen is individueel, niet klassikaal. De dreun is akelig en onnatuurlijk. Geen maten en gewigten voorhanden of beoefend, geen gezang, het schrift alleen vrij goed. De onderwijzer heet Lam; hij is in alles lam.


Woudenberg; met de school alhier is het ook ellendig gesteld. De onderwijzer C. Lagerweij vond ik er niet in. Ik ver, nam, dat hij er zelden komt. Alleen ‘s morgens ten elf en ‘s namiddags ten 3 ure, telkens slechts voor een half uur. Een ondermeester, op zich zelven niet ongeschikt, moet dus het geheeld werk alleen verrigten en schoot daarbij te kort. Het geheeld onderwijs is hier gebrekkig. De schoolmeubelen zijn ook in slechten staat. Ik heb den burgemeester en naderhand den Gouverneur verslag gedaan van den ellendigen staat van zake. Deze heeft mij verzekerd de zaak in orde te zullen brengen. Het scheen dat men den hoogbejaarden onderwijzer, die niet onbemiddeld is, met het genot van eenig pensioen zal ontslaan.

Er zijn in dit district eenige zeer goede gemeentescholen, zooals die te Baarn, Leusden en

Renswoude. Goede, die te Eemnes-buiten, Maartensdijk. Middelmatige gelijk aan de Bildt; doch de overige zijn beneden het middelmatige. Van de gemeenten van dit district zijn er thans vier overgebragt naar het vierde, te weten die te Hoogland, Maartensdijk, Tienhoven en Westbroek. Van dezelve heb ik niet bezocht: de scholen te Hoogland, wijl hij vacant was, Tienhoven en Westbroek, vanwege tijdsgebrek.