Volgens de Canadese ecoloog Patrick Moore is het verbranden van fossiele brandstoffen niet de ondergang van het klimaat, maar de redding. Op zijn zachtst gezegd een controversieel standpunt, zeker als je bedenkt dat Moore een medewerker van Greenpeace was.


ECOLOOG PATRICK MOORE: ‘Klimaatalarmisten komen elke dag met een nieuw verhaal, steeds weer negatief’

Tekst: Hidde Tangerman


Als iemand de milieubeweging van binnenuit kent, is het Patrick Moore wel. In 1971 sloot hij zich aan bij het net opgerichte Greenpeace. Hij coördineerde acties tegen de commerciële walvisvaart en de zeehondenjacht. Foto’s en videobeelden van Greenpeace-activisten die met gevaar voor eigen leven in speedbootjes de enorme schepen van Russische en Amerikaanse walvisjagers probeerden te blokkeren, gingen de hele wereld over.

In 1986 verliet Moore Greenpeace na een conflict. Tegenwoordig is hij een van de meest uitgesproken critici van de organisatie die hij vijftien jaar lang mede bestuurde. Hij vindt dat Greenpeace en andere milieuorganisaties mensen onterecht bang maken met paniekverhalen over het klimaat. Volgens Moore hebben we weinig van klimaatveranderingen te vrezen. Zijn meest controversiële standpunt: de uitstoot van CO2 is niet de ondergang, maar de redding van het klimaat. Hoog tijd om deze invloedrijke klimaatscepticus nader te ondervragen.


Eerst nog even over Greenpeace. Waarom besloot u de organisatie te verlaten?

“In het begin wilde Greenpeace een betere wereld voor mens en milieu, maar na verloop van tijd begon de organisatie mensen af te schilderen als vijanden van de natuur. Plotseling hoorde ik mijn milieuvrienden zeggen dat het beter zou zijn als er minder mensen waren. Dat klinkt mij te veel in de oren als de erfzonde. Ik geloof niet dat mensen slecht worden geboren. We maken deel uit van de natuur en het ecosysteem op aarde. De druppel was dat Greenpeace een campagne begon voor het wereldwijd uitbannen van chloor, een van de elementen uit het periodiek systeem en een basisbestanddeel van het leven op aarde. Daar kon ik als wetenschapper niet met goed fatsoen mijn medewerking aan verlenen.”


U zegt dat de uitstoot van CO2 het klimaat heeft gered.

“Als wij mensen geen fossiele brandstoffen waren gaan verbranden, was het leven op aarde opgehouden te bestaan.”


Dat moet u even uitleggen.

“Een half miljard jaar geleden was de CO2-concentratie tien tot twintig keer hoger dan hij nu is. Daarna zijn er twee grote dalingen geweest van het CO2-gehalte in de atmosfeer. De laatste vond 150 miljoen jaar geleden plaats, toen schaal- en schelpdieren CO2 uit de oceaan opnamen en dat combineerden met calcium om zelfbeschermende pantsers te maken. Het ge-volg was dat het CO2-niveau miljoenen jaren lang afnam tot het 18.000 jaar geleden uitkwam op 180 ppm (deeltjes per miljoen, red), de laagste concentratie ooit. Bij een CO2-concentratie van 150 ppm gaan planten en bomen dood door gebrek aan voeding. Onbedoeld hadden die schelpdieren bijna het einde van het leven veroorzaakt. Gelukkig werd het daarna warmer, waardoor het CO2-gehalte steeg tot 280 ppm. Het zou uiteindelijk weer zijn gaan dalen omdat we nu eenmaal in een ijstijd zitten, maar wij hebben de concentratie weten op te krikken naar het huidige niveau van 410 ppm. Nog steeds erg laag, maar genoeg voor planten om te overleven.”


Laag? Meent u dat serieus?

“Voor planten ligt het optimale concentratieniveau van CO2 tussen de 800 en 2000 ppm. Mensen met een plantenkas weten dat. Daarom kopen ze extra CO2 in, zodat ze een betere oogst krijgen. Bomen evolueerden toen het CO2-gehalte in de atmosfeer rond de 7000 ppm lag. Wetenschappelijk is het allang bekend dat extra CO2 voor een vergroening van de aarde zorgt. Klimaatalarmisten roepen dat CO2 verantwoordelijk is voor een hele waslijst aan slechte dingen, zoals zeespiegelstijging, kleinere salamanders of slechtere wijn. Elke dag is er weer een nieuw verhaal en allemaal zijn ze negatief.”


De zeespiegel is toch aan het stijgen?

“De zeespiegel is al driehonderd jaar licht aan het stijgen. Dat heeft niets met fossiele brandstoffen te maken, maar met het smelten van gletsjers vanaf 1700. Dat was het einde van de kleine ijstijd, waarna het op aarde warmer begon te worden. Mensen hebben het over een versnelde zeespiegelstijging omdat ze satellietfoto’s vergelijken met ouderwetse zeespiegelmetingen, waarbij het oceaanpeil lokaal wordt gemeten met een stok in de grond. Metingen met satellieten laten anderhalf keer meer zee- spiegelstijging zien, maar dat komt door de afwijking in de meetmethode. De zeespiegel stijgt al drie eeuwen met ongeveer 3 millimeter per jaar en er is geen reden om te geloven dat dat aan het veranderen is.”


Veel van die alarmistische voorspellingen komen van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Dat is toch samengesteld uit bonafide wetenschappers?

“Het IPCC bestaat bijna geheel uit meteorologen. Zij beschouwen zichzelf als de enige ware klimaatwetenschappers. Maar er zijn duizenden wetenschappers, zoals evolutiebiologen, geologen en astrofysici, die sceptisch zijn over catastrofale klimaatverandering. Zij geloven dat het klimaat voornamelijk wordt beïnvloed door natuurlijke krachten en cycli. In de afgelopen jaren hebben de media die sceptische wetenschappers en organisaties genegeerd en het publiek overspoeld met alarmistische berichten. Veel regeringen hebben dat ge-luid overgenomen en denken dat we heel snel moeten ingrijpen om het klimaat te redden.”


En de computermodellen van het IPCC dan, die deze dingen voorspellen? Computers zijn toch zeker accuraat?

“Een computermodel is geen kristallen bol. Het reageert enkel op de inputs en variabelen die eraan worden gegeven. En het klimaat heeft talloze variabelen. Mijn favoriete is wolkenformaties. Wolken hebben een enorme invloed op het weer en het klimaat doordat ze zonnewarmte zowel reflecteren als vasthouden. Kijk op een bewolkte dag eens naar boven en zeg me dat je een computermodel kunt bouwen dat zo’n specifiek wolkenpatroon kan voorspellen. Dat is onmogelijk, omdat we wolkenformaties niet doorgronden. En dat is slechts een van de vele variabelen.”


Waarom krijgen de alarmistische berichten dan zoveel aandacht?

“Ik geloof niet in complottheorieën, maar ik denk dat het de belangen dient van een aantal westerse elites. De milieubeweging is de drijvende kracht. Het is in in haar belang om sensatie, angst en schuldgevoelens te creeren, omdat mensen dan hun portemonnee trekken om geld te doneren aan de organisatie. De media treden als hun spreekbuis op omdat ze in zekere zin ook afhankelijk zijn van sensationele verhalen. Groene politici maken weer gebruik van groene wetenschappers om hun verhaal te rechtvaardigen. Ik vind die wetenschappers het meest immoreel, omdat zij beter zouden moeten weten.”


Bent u weleens bekritiseerd om uw analyses over het klimaat?

“Nee. Niemand heeft mijn inhoudelijke analyses in twijfel getrokken. Maar omdat ik niet in het goede kamp zit, word ik uitgemaakt voor een klimaatontkenner, alsof dat hetzelfde is als een holocaustontkenner. Het lijkt wel alsof bij klimaatverandering de vrijheid van menings uiting niet meer geldt. In Miami zou ik gaan praten over zeespiegelstijging en sommige invloedrijke personen zeiden dat ik niet zou mogen komen. Ze probeerden de discussie de mond te snoeren. Dat is zo ongeveer het meest antiwetenschappelijke dat je kunt doen.”


Volgens u kunnen we dus rustig doorgaan met het verbranden van fossiele brandstoffen?

“Ja. Wel is het verstandig om te kijken naar andere energiebronnen, deels om in de groeiende energievraag te voorzien. Er zijn vierhonderd kernreactoren in de wereld, maar er is geen reden waarom het er geen vierduizend zouden kunnen zijn. Daarnaast zouden we ons moeten concentreren op het toepassen van technologie die de echte vervuilende elementen aanpakt, zoals zwaveldioxide en roet.”


Ik kan nu wel raden wat u vond van Donald Trumps besluit om uit het klimaatverdrag van Parijs te stappen.

“You’re not kidding. China zit er nog steeds in. Och ja, wat zijn ze oprecht bezorgd over het klimaat. Tegelijkertijd bouwen ze 1600 nieuwe kolencentrales, waar ik een voorstander van ben omdat ze schone technologie toepassen en het de beste manier is om hun inwoners van elektriciteit te voorzien. Rusland, China en India geloven absoluut niet in het alarmistische verhaal. De Russen weten dat de zon de voornaamste factor is in het klimaat. De Chinezen en de Indiërs spelen het spel mee, maar ondertussen blijven ze gewoon CO2 uitstoten. Wat hun goed recht is.”


Ziet u zichzelf nog steeds als een milieuactivist?

“Ik ben een enorme natuurliefhebber. Maar ik zie mezelf in de eerste plaats als ecoloog en wetenschapper, niet als activist. Milieuactivisme is een politieke bestemming. Je hoeft niets van wetenschap af te weten om milieuactivist te zijn.”


Hidde Tangerman is freelance journalist. Voor dit interview gebruikte hij onder meer de volgende literatuur: Patrick Moore: Confessions of a Greenpeace dropout, Beatty Street (2013).


Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/patrick-moore


Wie is Patrick Moore?

Patrick Moore (1947) groeide op in het vissersdorpje Winter Harbour op Vancouver Island (Canada). In 1972 promoveerde hij in de ecologie aan de Universiteit van Brits-Columbia.


In 1971 sloot Moore zich aan bij het net opgerichte Greenpeace en ging hij naar Alaska om te protesteren tegen het testen van waterstofbommen.


In de jaren zeventig coördineerde Moore Greenpeace-campagnes tegen de commerciële walvisvaart en het doodknuppelen van zeehondenbaby’s.


Moore verliet Greenpeace in 1986 na een conflict over een campagne om chloor uit te bannen. Hij begon een zalmkwekerij in Brits-Columbia.


Als lid van de Canadese Forest Alliance ontwikkelde Moore in de jaren negentig standaarden voor duurzame bebossing, die nog steeds worden nageleefd.


Tegenwoordig is Patrick Moore zelfstandig consultant en spreker over milieuzaken, energie en duurzame ontwikkeling. Hij is bestuurslid van de CO2 Coalition.