Schoolkosten in de 17e en 18e eeuw


Omdat de scholen toegankelijk moesten zijn voor iedereen, zijn in veel verordeningen wel maximum schoolgelden vastgesteld. Het schoolgeld was in de regel geheel voor de meester, die zelf moest zorgen dat hij het binnen kreeg. Doorgaans kwam het neer op vier stuiver per maand voor lezen en zes stuiver voor schrijven. Rekenen kostte acht à twaalf stuiver per maand, maar in sommige dorpen was men van mening dat ouders die hun kinderen zo ‘hoog geleerd’ wilden hebben een aparte overeenkomst met de schoolmeester moesten aangaan. Het zoveelste bewijs dat er bij het elementaire onderwijs weinig aan rekenen werd gedaan. Wij komen daar later op terug. Slimme meesters zagen kans meer van de ouders los te krijgen door het versnijden van pennen of het maken van schrijfvoorbeelden in rekening te brengen. Daarom bevatten sommige verordeningen ook gedetailleerde tarieven voor deze werkzaamheden. De meester in Amerongen bijvoorbeeld mocht één stuiver vragen voor een schrijfvoorbeeld van één regel of een alfabet in één lettertype. Voor alfabetten of regels in drie verschillende lettertypen kon hij drie keer zoveel krijgen.40. Het schoolgeld werd per week of per maand betaald. Vaak was er voorgeschreven dat er voor de volle week of maand betaald moest worden, ook al was een kind maar een gedeelte van de week of maand op school. Dat kon wel tot gevolg hebben dat als een kind de eerste twee dagen van de week verzuimde, de ouders het verder ook thuis hielden om op die manier een week schoolgeld uit te sparen. Moeilijkheden bij het innen van schoolgeld blijken ook uit een in steden veel voorkomende bepaling dat een schoolhouder geen leerlingen mocht accepteren die nog bij een vorige school in de schuld stonden.


Arme kinderen moesten ‘om Gods wil’ onderwijs krijgen. Aanvankelijk werd niet voorzien in een vergoeding voor dit liefdewerk, maar later werd het verrekend met de plaatselijke diaconie, of er werd een vast bedrag per jaar uitbetaald, bijvoorbeeld 25 gulden.


Particuliere schoolmeesters konden de hoogte van het schoolgeld zelf bepalen.


Bron: Geschiedenis van de school in Nederland pg.22